Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Bidden: waarover?

Bidden: waarover?

HET is wel het vaakst opgezegde gebed van alle christelijke gebeden genoemd. Of dat nu waar is of niet, Jezus’ modelgebed — soms het Gebed des Heren of het Onzevader genoemd — wordt door velen beslist verkeerd opgevat. Miljoenen mensen zeggen het dagelijks, en misschien wel een paar keer per dag, uit het hoofd op. Maar het is nooit Jezus’ bedoeling geweest dat het gebed zo gebruikt zou worden. Hoe weten we dat?

Vlak voordat Jezus over dat gebed sprak, zei hij: „Als gij (...) bidt, zegt dan niet steeds weer dezelfde dingen” (Mattheüs 6:7). Sprak Jezus vervolgens zichzelf tegen door een aantal zinnen voor te schrijven die uit het hoofd geleerd en opgezegd moesten worden? Natuurlijk niet! Jezus leerde ons waarover onze gebeden moeten gaan, en hij gaf ons een aantal duidelijke prioriteiten om bij het bidden in gedachte te houden. Laten we eens nader bekijken wat hij zei. Het gebed staat in Mattheüs 6:9-13.

„Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd.”

Hiermee herinnerde Jezus zijn volgelingen eraan dat alle gebeden tot zijn Vader, Jehovah, gericht moeten worden. Maar weet u waarom Gods naam zo belangrijk is en waarom die geheiligd moet worden?

Vanaf het begin van de menselijke geschiedenis is Gods heilige naam met leugens besmeurd. Gods tegenstander, Satan, heeft Jehovah een leugenachtige, zelfzuchtige Heerser genoemd die niet het recht heeft over Zijn schepping te regeren (Genesis 3:1-6). Velen hebben Satans kant gekozen door te onderwijzen dat God gevoelloos, wreed en wraakzuchtig is, of door zelfs te ontkennen dat Hij de Schepper is. Anderen hebben een aanval gedaan op zijn naam zelf; ze hebben de naam Jehovah uit Bijbelvertalingen verwijderd en het gebruik van die naam verboden.

De Bijbel laat zien dat God al dit onrecht zal rechtzetten (Ezechiël 39:7). Door dat te doen zal hij ook in al uw behoeften voorzien en al uw problemen oplossen. Hoe dan wel? De volgende woorden van Jezus’ gebed geven het antwoord.

„Uw koninkrijk kome.”

Er is in deze tijd onder religieuze leiders veel verwarring over Gods koninkrijk. Maar zoals Jezus’ toehoorders wisten, hadden Gods profeten lang geleden al voorzegd dat de Messias, een door God gekozen Redder, aan het hoofd zou staan van een koninkrijk dat de wereld zal veranderen (Jesaja 9:6, 7; Daniël 2:44). Het zal Gods naam heiligen door Satans leugens te ontmaskeren en hem daarna uit te schakelen en alles wat hij heeft aangericht, ongedaan te maken. Gods koninkrijk zal een eind maken aan oorlog, ziekte, hongersnood — en de dood zelf (Psalm 46:9; 72:12-16; Jesaja 25:8; 33:24). Als u om de komst van Gods koninkrijk bidt, bidt u om de vervulling van al die beloften.

„Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.”

Jezus’ woorden geven te kennen dat Gods wil net zo zeker op aarde zal geschieden als in de hemel, waar God woont. In de hemel is gebleken dat niets Gods wil kan tegenhouden; daar voerde Gods Zoon oorlog tegen Satan en zijn trawanten, waarna hij hen naar de aarde wierp (Openbaring 12:9-12). Net als de eerste twee verzoeken in het modelgebed helpt ook het derde verzoek ons geconcentreerd te blijven op het belangrijkste: niet onze wil, maar die van God. Zijn wil is altijd het beste voor de hele schepping. Daarom zei zelfs de volmaakte man Jezus tegen zijn Vader: „Niet mijn wil, maar de uwe geschiede” (Lukas 22:42).

„Geef ons heden ons brood.”

Hiermee liet Jezus zien dat onze gebeden niet helemaal onzelfzuchtig hoeven te zijn. Het is absoluut niet verkeerd om tot God te bidden in verband met onze dagelijkse behoeften. Eigenlijk worden we er daardoor aan herinnerd dat Jehovah degene is die „aan allen leven en adem en alle dingen geeft” (Handelingen 17:25). De Bijbel maakt duidelijk dat hij een liefdevolle ouder is die zijn kinderen heel graag geeft wat ze nodig hebben. Maar net als een goede ouder willigt hij geen verzoeken in die tegen hun belangen ingaan.

„Vergeef ons onze schulden.”

Staat u echt in de schuld bij God? Hebt u zijn vergeving nodig? Velen in deze tijd hebben de ernst en de realiteit van zonde uit het oog verloren. Maar de Bijbel leert dat zonde ten grondslag ligt aan onze ergste problemen, want zonde is de grondoorzaak van de dood bij mensen. Omdat we als zondaars geboren zijn, zondigen we allemaal herhaaldelijk, en onze enige hoop op een blijvende toekomst hangt van Gods vergeving af (Romeinen 3:23; 5:12; 6:23). Het is een opluchting te weten dat de Bijbel zegt: „Gij, o Jehovah, zijt goed en vergevensgezind” (Psalm 86:5).

„Bevrijd ons van de goddeloze.”

Beseft u hoe dringend, hoe wanhopig, u Gods bescherming nodig hebt? Velen weigeren te geloven dat „de goddeloze”, Satan, zelfs maar bestaat. Maar Jezus onderwees dat Satan wel degelijk bestaat; hij noemde hem zelfs „de heerser van deze wereld” (Johannes 12:31; 16:11). Satan heeft deze wereld waarover hij de scepter zwaait, verdorven en hij is er ook op uit om dat met u te doen, om u ervan te weerhouden een hechte band te ontwikkelen met uw Vader, Jehovah (1 Petrus 5:8). Maar Jehovah is veel sterker dan Satan en hij wil degenen die hem liefhebben, heel graag beschermen.

Deze korte samenvatting van de hoofdpunten van Jezus’ modelgebed behandelt niet elk onderwerp waarover we kunnen bidden. Vergeet niet dat 1 Johannes 5:14 over God zegt: ’Ongeacht wat wij vragen overeenkomstig zijn wil, hij hoort ons.’ Wees dus niet bang dat uw zorgen te onbelangrijk zijn om ze aan God voor te leggen (1 Petrus 5:7).

Maar hoe zit het met de tijd en de plaats? Maakt het iets uit wanneer en waar we bidden?