Daders van Gods woord zijn gelukkig

„We beseffen dat dit congres een van Jehovah’s voorzieningen is om ons op verdere Koninkrijksactiviteiten voor te bereiden”, zei een van de sprekers aan het begin van het „Daders van Gods woord”-districtscongres van Jehovah’s Getuigen. Hij vervolgde: „We hebben ons erop ingesteld onderricht te ontvangen over een gelukkig gezinsleven, aangemoedigd te worden dicht bij Jehovah’s organisatie te blijven, gemotiveerd te worden onze ijver in de Koninkrijksdienst te bewaren en herinnerd te worden aan de noodzaak waakzaam te blijven.”

VANAF eind mei 2000 zijn miljoenen daders van Gods woord en hun vrienden op duizenden locaties over de hele wereld bijeengekomen om essentieel bijbels onderricht te ontvangen. Wat hebben ze tijdens het driedaagse congres geleerd?

Dag één — Jehovah’s daden niet vergeten

In de openingstoespraak nodigde de voorzitter de toehoorders uit de zegeningen te ervaren die voortvloeien uit verenigde aanbidding van Jehovah op congressen. Alle aanwezigen werden ervan verzekerd dat hun geloof zou toenemen en dat hun persoonlijke verhouding met Jehovah zou worden versterkt.

„De gelukkige God” weet wat wij nodig hebben om gelukkig te zijn (1 Timotheüs 1:11). De lezing „Gods wil doen schenkt geluk” beklemtoonde dan ook dat Jehovah’s Woord, de bijbel, duidelijk maakt wat de beste levenswijze is (Johannes 13:17). Enkele interviews met personen die al vele, vele jaren een Getuige van Jehovah zijn, toonden hoe het doen van Gods wil onder uiteenlopende omstandigheden ertoe bijdraagt dat ons leven zin heeft. De volgende lezing, „Stralen over de goedheid van Jehovah”, benadrukte dat christenen als „navolgers van God” in hun leven „elke soort van goedheid” willen voortbrengen (Efeziërs 5:1, 9). Een voortreffelijke manier om dat te doen is door het goede nieuws te prediken en discipelen te maken. — Psalm 145:7.

De bespreking „Blijf standvastig als zag je de Onzichtbare” toonde aan hoe een sterk geloof ons helpt de onzichtbare God te „zien”. De spreker beschreef hoe geestelijk gezinde mensen zich bewust zijn van Gods eigenschappen, met inbegrip van zijn vermogen zelfs te weten wat we denken (Spreuken 5:21). De personen die werden geïnterviewd vertelden welke stappen ze hebben genomen om een sterker geloof te ontwikkelen en geestelijke belangen op de eerste plaats in hun leven te stellen.

Het ochtendprogramma besloot met de thematoespraak „Loof Jehovah — Degene die wonderbare dingen doet”. Ze hielp de toehoorders te beseffen dat hoe meer we over Jehovah leren, hoe meer redenen we vinden om hem te loven als Degene die wonderbare dingen doet. De spreker zei: „Wanneer we nadenken over Gods prachtige scheppingswerken en alle wonderbare dingen die hij op dit ogenblik  voor ons doet, worden we er door oprechte waardering toe bewogen hem te loven. Wanneer we mediteren over de wonderbaarlijke dingen die hij in het verleden ten behoeve van zijn volk heeft gedaan, komt het verlangen op hem te loven. En ook wanneer we nadenken over de beloofde schitterende dingen die Jehovah nog zal doen, zoeken we naar manieren om waardering tot uitdrukking te brengen.”

Het middagprogramma begon met de lezing „Geef het niet op te doen wat voortreffelijk is”, waarin alle toehoorders eraan werden herinnerd dat de druk van deze wereld bevestigt dat het einde nabij is (2 Timotheüs 3:1). Door het echter niet op te geven, kunnen we bewijzen dat we behoren „tot het soort dat geloof heeft, wat tot het in het leven behouden van de ziel leidt”. — Hebreeën 10:39.

Welke bijbelse raad werd er gegeven over het gezinsleven? Het eerste symposium van het congres — „Wees gehoorzaam aan Gods woord” — begon met het onderdeel „Bij het kiezen van een huwelijkspartner”. De keuze van een huwelijkspartner is een van de gewichtigste beslissingen die mensen nemen. Christenen willen daarom wachten met trouwen totdat ze rijpheid bezitten, en ze dienen „alleen in de Heer” te trouwen (1 Korinthiërs 7:39). Het volgende onderdeel van het symposium besprak Jehovah’s wens dat alle christelijke gezinnen erin slagen een geestelijk sterke eenheid te zijn en droeg praktische manieren aan waarop dat kan worden bereikt. Het laatste onderdeel herinnerde ouders eraan dat kinderen leren God lief te hebben, begint met de liefde die ouders voor hem hebben.

De punten die werden besproken in de lezing „Pas op voor geruchten en praatjes” hielpen allen te beseffen dat hoewel er wel verbazingwekkende dingen gebeuren, we verstandig moeten reageren wanneer we sensationele berichten horen en die niet voor zoete koek moeten aannemen. Christenen doen er beter aan te spreken over onderwerpen waarvan ze weten dat ze waar zijn — het goede nieuws van het Koninkrijk. Velen hebben de volgende lezing, „Het hoofd bieden aan ’een doorn in het vlees’”, heel vertroostend en opbouwend gevonden. Ze hielp hen te beseffen dat Jehovah ons ondanks de aanhoudende beproevingen waarmee we wellicht te maken hebben, kan sterken door middel van zijn heilige geest, zijn Woord en onze christelijke broederschap. De persoonlijke ervaring van de apostel Paulus was in dit opzicht een grote aanmoediging. — 2 Korinthiërs 12:7-10; Filippenzen 4:11, 13.

De eerste dag besloot met de lezing „Gelijke tred houden met Jehovah’s organisatie”. Er werden drie terreinen besproken waarop Gods organisatie in het bijzonder voorwaarts is gegaan: (1) het  toegenomen begrip van geestelijk licht dat Jehovah heeft verschaft, (2) de bediening die God ons heeft toevertrouwd, (3) de te rechter tijd gekomen wijzigingen in organisatorische procedures. Vervolgens zei de spreker vol vertrouwen: „We zijn opgewonden over de vooruitzichten die in het verschiet liggen.” Hij stelde de vraag: „Kan er enige twijfel over bestaan dat we alle reden hebben om het vertrouwen dat we in het begin hadden, tot het einde toe stevig vast te houden?” (Hebreeën 3:14) Het antwoord was duidelijk. Vervolgens werd de nieuwe brochure U kunt Gods vriend zijn! vrijgegeven. Ze zal een krachtig onderwijshulpmiddel zijn om personen die slechts beperkt onderwijs hebben genoten of niet zo goed kunnen lezen, te helpen Jehovah te leren kennen.

Dag twee — Blijf over Gods wonderwerken vertellen

Na een bespreking van de dagtekst vervolgde de tweede dag van het congres met het symposium „Bedienaren van Gods Woord”. Het eerste onderdeel vestigde er de aandacht op hoe succesvol ons wereldwijde predikingswerk thans is. Onze volharding in dit werk wordt echter door de meerderheid van de mensen, die de Koninkrijksboodschap afwijzen, op de proef gesteld. Enkele verkondigers die al jarenlang aan de prediking deelnemen, legden uit hoe zij hun vreugde in de bediening hebben behouden door hun geest en hart te versterken om opgewassen te zijn tegen de uitdaging van apathie of tegenstand. Het tweede onderdeel herinnerde de congresgangers eraan dat Jehovah’s Getuigen zich inspannen om mensen waar maar ook te bereiken, door zowel formeel als informeel te prediken. En het laatste onderdeel beschreef het brede scala van manieren waarop alle christenen hun persoonlijke bediening kunnen uitbreiden. De spreker beklemtoonde dat we hiervoor Gods koninkrijk de hoogste prioriteit moeten geven, ook al is daar ongemak en zelfverloochening bij betrokken. — Mattheüs 6:19-21.

Aangezien we in een goddeloze wereld leven die doortrokken is van een onverzadigbare begeerte naar materiële dingen, was de lezing „Ontwikkel godvruchtige toewijding gepaard aan tevredenheid” heel actueel. Terwijl de spreker zijn opmerkingen baseerde op 1 Timotheüs 6:6-10, 18, 19, toonde hij hoe godvruchtige toewijding christenen helpt de liefde voor geld te vermijden, die hen kan doen afdwalen en die vele pijnen kan veroorzaken. Hij benadrukte  dat hoe we er financieel ook voorstaan, geluk afhangt van onze verhouding met Jehovah en van ons geestelijke welzijn. Velen waren diep bewogen door de punten die naar voren werden gebracht in de lezing „God geen reden tot schaamte geven”. Het feit dat Jehovah zijn getrouwe Getuigen nooit vergeet kwam sterk naar voren. Het ongeëvenaarde voorbeeld van Jezus Christus — die „gisteren en heden en in eeuwigheid dezelfde [is]” — zal velen helpen de wedloop om het leven met volharding te blijven lopen. — Hebreeën 13:8.

Het ochtendprogramma werd afgesloten met de dooplezing — altijd een hoogtepunt op grote bijeenkomsten van Jehovah’s Getuigen. Wat een vreugde om pas opgedragen personen in Jezus’ voetstappen te zien treden door zich aan de waterdoop te onderwerpen! (Mattheüs 3:13-17) Allen die deze stap zetten, hebben al veel tot stand gebracht als daders van Gods woord. Bovendien worden ze bij hun doop geordineerde bedienaren van het goede nieuws en putten ze veel vreugde uit het besef dat ze een aandeel hebben aan de heiliging van Jehovah’s naam. — Spreuken 27:11.

In de lezing „Rijpheid vereist om ’zowel goed als kwaad te onderscheiden’” werd duidelijke raad gegeven. Wereldse maatstaven van goed en kwaad zijn hopeloos ontoereikend. Daarom moeten we ons op Jehovah’s maatstaven verlaten (Romeinen 12:2). Allen werden aangemoedigd hard te werken om een nauwkeurig begrip te krijgen van Gods wegen en om te groeien in rijpheid. Dan zal ons  waarnemingsvermogen door gebruik getraind worden „om zowel goed als kwaad te onderscheiden”. — Hebreeën 5:11-14.

Vervolgens kwam het symposium „Werk hard aan de ontwikkeling van je geestelijke gezindheid”. Ware christenen erkennen de belangrijkheid van het aankweken en bewaren van geestelijke gezindheid. Dat betekent hard werk — lezen, studeren en mediteren (Mattheüs 7:13, 14; Lukas 13:24). Geestelijk gezinde mensen blijven ook met „elke vorm van gebed en smeking” bidden (Efeziërs 6:18). We beseffen dat onze gebeden de diepte van ons geloof en onze toewijding en het niveau van onze geestelijke gezindheid onthullen, alsook wat we als „de belangrijker dingen” bezien (Filippenzen 1:10). Ook werd beklemtoond dat het belangrijk is een warme, liefdevolle band met Jehovah op te bouwen, net als een gehoorzaam kind een band met een vriendelijke vader heeft. Het gaat er niet om dat we gewoon een religie hebben — al is het dan de ware — maar we willen een sterk geloof opbouwen, alsof we God ’zien’. — Hebreeën 11:6, 27.

Het onderwerp geestelijke vooruitgang werd verder besproken in de lezing „Laat je vooruitgang openbaar zijn”. Daarin werden drie terreinen van die vooruitgang beschouwd: (1) toenemen in kennis, begrip en wijsheid, (2) de vrucht van Gods geest voortbrengen, en (3) vorderingen maken als gezinslid.

Aan het eind van de laatste lezing van die dag, „Wandelend in het progressieve licht van Gods Woord”, waren de congresbezoekers opgetogen een nieuw boek te ontvangen, Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid I. Dit is het eerste van twee delen waarin het bijbelboek Jesaja hoofdstuk voor hoofdstuk wordt behandeld. „Het boek Jesaja bevat een boodschap voor ons in deze tijd”, merkte de spreker op. Hij vervolgde: „Ja, veel van de profetieën erin zijn in de dagen van Jesaja in vervulling gegaan. . . . Maar veel van Jesaja’s profetieën gaan nu in vervulling, en sommige zullen in Gods beloofde nieuwe wereld vervuld worden.”

Dag drie — Word daders van Jehovah’s woord

De laatste dag van het congres begon met een bespreking van de dagtekst. Daarna volgde het symposium „Zefanja’s gewichtige profetie voor hen die Gods wil doen”. De drie lezingen van dit symposium toonden aan dat Jehovah, net zoals hij dat in de dagen van het eigenzinnige Juda deed, benauwdheid zal brengen over degenen die nu weigeren acht te slaan op zijn waarschuwing. Omdat ze tegen God zondigen, zullen ze zo hulpeloos rondlopen als blinden, niet in staat bevrijding te vinden. Ware christenen zullen echter getrouw Jehovah blijven zoeken en zij zullen verborgen worden op de dag van Gods toorn. Bovendien genieten ze nu al vele zegeningen. Ze hebben  de schitterende gelegenheid om de „zuivere taal” van bijbelse waarheid te spreken (Zefanja 3:9). De spreker merkte op: „Het spreken van de zuivere taal betekent dus niet alleen dat we de waarheid geloven en aan anderen onderwijzen, maar ook dat we ons gedrag in overeenstemming brengen met Gods wetten en beginselen.”

De congresgangers keken vol verwachting uit naar het drama „Waarschuwende voorbeelden voor onze tijd”. Dit volledig gekostumeerde drama liet zien hoe duizenden Israëlieten op de grens van het Beloofde Land hun leven verloren omdat ze Jehovah vergaten en door heidense vrouwen tot hoererij en valse aanbidding werden verleid. Een van de hoofdpersonen — Jamin — werd aanvankelijk heen en weer geslingerd tussen de aantrekkingskracht van de Moabitische vrouwen en zijn toewijding aan Jehovah. De onjuiste redenatie en bedrieglijke denkwijze van de goddeloze Zimri kwam duidelijk naar voren, alsook het geloof en de toewijding van Pinehas. Het gevaar bevriend te raken met personen die Jehovah niet liefhebben, werd levendig uitgebeeld.

Het drama gaf de toon aan van de vervolglezing, „Wordt geen vergeetachtige hoorders”. Een analyse van 1 Korinthiërs 10:1-10 liet zien dat Jehovah onze gehoorzaamheid beproeft om vast te stellen of we het waard zijn een erfdeel in de nieuwe wereld te ontvangen. Bij sommigen worden zelfs in deze tijd, vlak voordat we het nieuwe samenstel binnengaan, geestelijke doeleinden door vleselijke begeerten verdrongen. Allen werden aangespoord de gelegenheid om ’Jehovah’s rust in te gaan’ niet te verzuimen. — Hebreeën 4:1.

De openbare toespraak ging over het onderwerp „Waarom aandacht hebben voor Gods wonderwerken”. Jehovah’s „wonderwerken” demonstreren zijn wijsheid en zijn autoriteit over de stoffelijke scheppingswerken overal om ons heen (Job 37:14). Een aantal onderzoekende vragen van Jehovah waren voldoende om Job te doordringen van de macht van de almachtige Schepper. Jehovah zal ten behoeve van zijn getrouwe dienstknechten ook in de toekomst „wonderwerken” verrichten. De spreker besloot: „We hebben beslist alle reden om aandacht te schenken aan Jehovah’s wonderwerken — wat hij in het verleden heeft gedaan, wat hij nu in de schepping om ons heen doet en wat hij in de nabije toekomst belooft te doen.”

Na een samenvatting van het studieartikel voor die week uit De Wachttoren werd de laatste lezing van het congres uitgesproken. Deze aansporende lezing, getiteld „Heb grote waardering voor je voorrecht een dader van Gods woord te zijn”, onderstreepte dat het een eer is daders van Gods woord te zijn (Jakobus 1:22). De toehoorders werden eraan herinnerd dat ons voorrecht om daders van Gods woord te zijn uniek is en dat hoe langer het ons deel is, des te meer waardering we ervoor zullen hebben. Alle toehoorders werden aangemoedigd de heilzame aanmoediging van dit districtscongres tot uiting te laten komen in hun wens in de meest volledige zin daders van Gods woord te zijn. Dat is de enige manier om het grootst mogelijke geluk te ervaren.

[Kader/Illustratie op blz. 25]

U kunt Gods vriend zijn!

Op vrijdagmiddag werd er een nieuwe brochure vrijgegeven met de titel: U kunt Gods vriend zijn! Er bestaat in vele delen van de wereld een grote behoefte aan vereenvoudigd bijbels onderwijs en deze brochure zal worden gebruikt om in die behoefte te voorzien. Het zal een grote zegen zijn voor mensen met een beperkte schoolopleiding of leesvaardigheid.

[Kader/Illustraties op blz. 26]

Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid

De congresgangers waren opgetogen toen ze deel 1 ontvingen van de tweedelige set Jesaja’s profetie — Licht voor de hele mensheid. In deze publicatie wordt de nadruk gelegd op de praktische waarde van Jesaja’s profetie voor onze tijd.