Doorgaan naar inhoud

Wat is de Gulden Regel?

Wat is de Gulden Regel?

Het antwoord uit de Bijbel

 De term Gulden Regel komt niet in de Bijbel voor. Maar vaak wordt daarmee een gedragsregel aangeduid die Jezus leerde. In zijn Bergrede zei Jezus: ‘Behandel andere mensen dus zoals je zelf graag behandeld wilt worden’ (Mattheüs 7:12; Lukas 6:31). Een bekende variant hierop luidt: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.

 Waar gaat het bij de Gulden Regel om?

 De Gulden Regel schrijft voor dat je anderen behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden. De meeste mensen stellen het op prijs als anderen ze vriendelijk en met respect en liefde behandelen. Het is logisch dat je zelf ook zo met anderen omgaat.

 Wat heb je aan de Gulden Regel?

 Je kunt de Gulden Regel in bijna elke situatie gebruiken. Bijvoorbeeld als richtlijn voor . . .

 De Gulden Regel geeft de geest weer achter wat meestal het Oude Testament wordt genoemd. Die gedragsregel ‘is waar het om gaat in de Wet [de eerste vijf boeken van de Bijbel] en de Profeten [de profetische boeken]’ (Mattheüs 7:12). De Gulden Regel verwoordt dus een basisprincipe uit het Oude Testament: naastenliefde (Romeinen 13:8-10).

 Is de Gulden Regel een kwestie van geven en nemen?

 Nee. De nadruk ligt op geven. Jezus had het niet alleen over de omgang met mensen in het algemeen maar ook met je vijanden (Lukas 6:27-31, 35). De Gulden Regel schrijft dus voor dat je goed bent voor iedereen.

 Hoe kun je de Gulden Regel naleven?

  1.  1. Wees opmerkzaam. Heb aandacht voor de mensen om u heen. Ziet u iemand met zware boodschappen? Ligt een van uw buren in het ziekenhuis? Zit een collega in de put? Wie ‘oog heeft voor (...) de belangen van anderen’, zal waarschijnlijk genoeg mogelijkheden vinden om iets goeds te zeggen of te doen (Filippenzen 2:4).

  2.  2. Leef u in. Probeer u in iemand te verplaatsen. Hoe zou u zich voelen in zijn situatie? (Romeinen 12:15) Als u iemands gevoelens probeert te begrijpen, zal dat u misschien motiveren hem te helpen.

  3.  3. Wees flexibel. Bedenk dat iedereen anders is. Hoe iemand behandeld wil worden, is misschien niet hetzelfde als hoe u behandeld zou willen worden. Probeer dus uit alles wat u zou kunnen doen te kiezen wat de ander het meest op prijs zou stellen (1 Korinthiërs 10:24).