Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zul je rechtschapen blijven?

Zul je rechtschapen blijven?

Zul je rechtschapen blijven?

„Totdat ik de laatste adem uitblaas, zal ik mijn rechtschapenheid niet van mij laten wijken!” — JOB 27:5.

1, 2. Met welk bouwproject moeten we ons bezighouden, en welke vragen gaan we bespreken?

STEL dat je de tekeningen van een huis bekijkt. Je bent enthousiast over het praktische ontwerp. Je vindt het heerlijk om te bedenken hoe plezierig jij en je gezin in het huis zouden kunnen wonen. Maar vind je ook niet dat die tekeningen en elke gedachte die je eraan wijdt pas zinvol zouden zijn als je het huis echt bouwt, je erin trekt en het dan onderhoudt?

2 In dezelfde zin kan rechtschapenheid op ons overkomen als een bijzonder belangrijke eigenschap waaraan wij en degenen van wie we houden veel zullen hebben. Maar goedkeurend over rechtschapenheid nadenken is niet erg zinvol als we niet zelf onze christelijke rechtschapenheid opbouwen en bewaren. In de huidige wereld blijken letterlijke bouwprojecten vaak duur te zijn (Luk. 14:28, 29). Zo vergt het opbouwen van rechtschapenheid ook tijd en inspanning, maar het is zeker de moeite waard. Laten we daarom drie vragen bespreken: Hoe kunnen we rechtschapen mensen zijn? Hoe kunnen we onze christelijke rechtschapenheid bewaren? Wat kan er gedaan worden als iemand een tijdlang niet rechtschapen is gebleven?

Hoe kunnen we rechtschapen mensen zijn?

3, 4. (a) Op welke manieren helpt Jehovah ons aan onze rechtschapenheid te werken? (b) Hoe kunnen we in navolging van Jezus rechtschapenheid aankweken?

3 In het vorige artikel hebben we opgemerkt dat Jehovah ons waardigheid verleent door ons zelf te laten beslissen of we rechtschapen mensen willen zijn. Gelukkig laat hij ons op dat punt niet gewoon aan ons lot over. Hij leert ons hoe we aan die waardevolle eigenschap kunnen werken en hij geeft ons edelmoedig zijn heilige geest, die ons helpt zijn leringen in praktijk te brengen (Luk. 11:13). Hij voorziet zelfs in geestelijke bescherming voor degenen die hun best doen om in rechtschapenheid te wandelen. — Spr. 2:7.

4 Hoe heeft Jehovah ons geleerd rechtschapen mensen te zijn? Bovenal door zijn Zoon, Jezus, naar de aarde te zenden. Jezus volgde een loopbaan van volmaakte gehoorzaamheid. Hij „is gehoorzaam geworden tot de dood” (Fil. 2:8). In alles wat Jezus deed, gehoorzaamde hij zijn hemelse Vader, zelfs als het uitermate moeilijk was. „Niet mijn wil, maar de uwe geschiede”, zei hij tegen Jehovah (Luk. 22:42). Ieder van ons doet er goed aan zich af te vragen: heb ik ook zo’n gehoorzame instelling? Als we met de juiste beweegreden naar gehoorzaamheid streven, zullen we rechtschapen mensen zijn. Bekijk eens enkele terreinen van het leven waarop gehoorzaamheid bijzonder belangrijk is.

5, 6. (a) Hoe beklemtoonde David het belang van rechtschapenheid zelfs als andere mensen ons niet kunnen zien? (b) Met welke beproevingen op hun rechtschapenheid krijgen christenen in deze tijd te maken als ze alleen zijn?

5 Zelfs als we alleen schijnen te zijn, moeten we Jehovah gehoorzamen. De psalmist David wees op het belang van rechtschapenheid bij gelegenheden dat hij misschien alleen is geweest. (Lees Psalm 101:2.) Als koning had David voortdurend mensen om zich heen. Het is ongetwijfeld vaak voorgekomen dat honderden en zelfs duizenden mensen naar hem keken. (Vergelijk Psalm 26:12.) Het was belangrijk dat de koning dan rechtschapen bleef, want hij moest zijn volk een goed voorbeeld geven (Deut. 17:18, 19). Maar David leerde dat wanneer hij soms alleen was, ’binnen zijn huis’, hij ook in rechtschapenheid moest wandelen. Denken wij er ook zo over?

6 In Psalm 101:3 lezen we Davids woorden: „Ik zal mij niets voor ogen stellen wat niet deugt.” Er zijn tegenwoordig heel wat mogelijkheden om ons dingen die niet deugen ’voor ogen te stellen’, vooral als we alleen zijn. De toegang tot het internet heeft velen op dat punt met een probleem opgezadeld. Je kunt er gemakkelijk toe verlokt worden naar suggestief en zelfs pornografisch materiaal te kijken. Maar zou dat een daad van gehoorzaamheid zijn aan de God die David tot die woorden inspireerde? Pornografie is schadelijk, want het roept verkeerde en hebzuchtige verlangens op, brengt het geweten schade toe, holt huwelijken uit en haalt alle betrokkenen omlaag. — Spr. 4:23; 2 Kor. 7:1; 1 Thess. 4:3-5.

7. Welk beginsel kan ons helpen rechtschapen te blijven als we alleen zijn?

7 Natuurlijk is geen enkele aanbidder van Jehovah ooit echt alleen. Onze Vader waakt liefdevol over ons. (Lees Psalm 11:4.) Wat moet het Jehovah goeddoen als hij je weerstand ziet bieden aan verleiding! Op die manier sla je acht op de waarschuwing die opgesloten ligt in de woorden van Jezus in Mattheüs 5:28. Wees toch vooral vastbesloten niet naar beelden te kijken die je ertoe zouden verleiden verkeerde dingen te doen. Verkwansel je kostbare rechtschapenheid niet voor een schandelijk kijken naar of lezen van pornografisch materiaal!

8, 9. (a) Met welke beproeving op hun rechtschapenheid kregen Daniël en zijn metgezellen te maken? (b) Hoe verheugen hedendaagse jonge christenen Jehovah en hun medechristenen?

8 We kunnen ook rechtschapen blijven door Jehovah te gehoorzamen als we ons onder ongelovigen bevinden. Denk maar aan Daniël en zijn drie metgezellen. Als jongeren werden ze gevankelijk naar Babylon gevoerd. Daar, omringd door ongelovigen die weinig of niets van Jehovah wisten, werden de vier Hebreeën onder druk gezet lekkernijen te eten die Gods Wet verbood. Die jongens hadden gemakkelijk kunnen redeneren dat ze best konden schipperen. Per slot van rekening konden hun ouders, de oudere mannen en de priesters niet zien wat ze deden. Wie zou erachter komen? Jehovah zelf. Dus namen ze een vastberaden standpunt in en gehoorzaamden ze hem ondanks de druk en het risico. — Dan. 1:3-9.

9 Overal ter wereld volgen jonge Getuigen van Jehovah eenzelfde gedragslijn: ze houden zich aan Gods maatstaven voor christenen en weigeren toe te geven aan schadelijke groepsdruk. Als jullie, jongeren, weigeren je in te laten met drugs, geweld, vloeken, immoraliteit en andere verkeerde dingen, gehoorzamen jullie Jehovah. Op die manier blijven jullie rechtschapen. Daar hebben jullie zelf baat bij, en jullie verheugen Jehovah en je medechristenen! — Ps. 110:3.

10. (a) Welke verkeerde ideeën over hoererij hebben sommige jongeren ertoe gebracht hun rechtschapenheid te verbreken? (b) Hoe worden we door rechtschapenheid geholpen met het gevaar van hoererij om te gaan?

10 We moeten ook gehoorzaam zijn in onze omgang met leden van het andere geslacht. We weten dat Gods Woord hoererij verbiedt. Een gehoorzame instelling kan echter makkelijk in een toegeeflijke ontaarden. Zo hebben sommige jongeren zich beziggehouden met orale of anale seks of wederzijdse masturbatie en geredeneerd dat zulke praktijken niet zo erg zijn omdat ze denken dat ze technisch gesproken geen „seks hebben”. Zulke jongeren vergeten — of verkiezen te negeren — dat het Bijbelse woord voor hoererij al die praktijken omvat, verkeerd gedrag waarvoor je uitgesloten kunt worden. * Erger nog, ze negeren de noodzaak van rechtschapenheid. Omdat we ernaar streven rechtschapen te blijven, zoeken we niet naar mazen in de wet. We proberen niet de zonde zo dicht te benaderen als we kunnen zonder gestraft te worden. We zijn niet alleen gefocust op de gerechtelijke consequenties die een overtreding kan hebben, maar zijn juist gefocust op het doen van wat Jehovah behaagt en op het vermijden van wat zijn gevoelens kwetst. In plaats van te kijken hoe dicht we de zonde kunnen benaderen, blijven we er ver bij vandaan en ’ontvlieden we de hoererij’ (1 Kor. 6:18). Op die manier laten we zien dat we echt rechtschapen zijn.

Hoe kunnen we onze rechtschapenheid bewaren?

11. Waarom is elke daad van gehoorzaamheid betekenisvol? Illustreer dat.

11 We bouwen aan onze rechtschapenheid door gehoorzaamheid, en dus bewaren we onze rechtschapenheid door gehoorzaam te blijven. Een enkele daad van gehoorzaamheid kan onbetekenend lijken, een kleinigheid. Maar in de loop van de tijd gaan zulke gehoorzame daden een groot geheel vormen. Ter illustratie: een enkele baksteen zal misschien niet veel voorstellen, maar als we veel bakstenen zorgvuldig combineren, kunnen we een mooi huis bouwen. Door steeds meer daden van gehoorzaamheid te verrichten, bewaren we dus onze rechtschapenheid. — Luk. 16:10.

12. Hoe was David een voorbeeld in het bewaren van rechtschapenheid toen hij een slechte behandeling en onrecht te verduren kreeg?

12 Onze rechtschapenheid komt vooral tot uiting als we volharden ondanks tegenspoed, een slechte behandeling of onrecht. Neem nu het Bijbelse voorbeeld van David. Als jonge man werd hij vervolgd door een koning die geacht werd Jehovah’s gezag te vertegenwoordigen. Koning Saul had echter Jehovah’s gunst verloren en was bitter jaloers op David, die Gods goedkeuring genoot. Toch bleef Saul nog een tijd als koning aan en gebruikte hij het leger van Israël om David op te jagen. Jehovah liet toe dat dit onrecht enkele jaren voortduurde. Raakte David verbitterd op God? Kwam hij tot de conclusie dat het geen zin had te volharden? Integendeel. Hij behield het grootste respect voor Sauls positie als Gods gezalfde en weigerde wraak te nemen op Saul toen de gelegenheid daartoe zich voordeed. — 1 Sam. 24:2-7.

13. Hoe kunnen we rechtschapen blijven als we gekwetst of beledigd worden?

13 Wat hebben we een geweldig voorbeeld aan David! We maken deel uit van een wereldwijde gemeente van onvolmaakte mensen, die ons stuk voor stuk onrecht aan kunnen doen of zelfs ontrouw kunnen worden. Natuurlijk is het ook een zegen in een tijd te leven waarin Jehovah’s volk als geheel nooit van zijn rechtschapenheid afgebracht zal worden (Jes. 54:17). Maar hoe zullen we reageren als iemand ons teleurstelt of onze gevoelens kwetst? Als we ons hart zouden laten vergiftigen door bitterheid tegenover een medeaanbidder, zou onze rechtschapenheid jegens God gevaar kunnen lopen. Het gedrag van anderen vormt nooit een excuus voor ons om verbitterd te raken op God of om het pad der getrouwheid te verlaten (Ps. 119:165). Door zelfs onder beproevingen te volharden, zullen we rechtschapen kunnen blijven.

14. Hoe reageren rechtschapen personen op organisatorische veranderingen en leerstellige verfijningen?

14 We kunnen ook rechtschapen blijven door een vitterige, kritische geest te vermijden. Dat betekent natuurlijk dat we loyaal zijn aan Jehovah. Hij zegent zijn volk nu meer dan ooit. De zuivere aanbidding is nog nooit zo hoog verheven geweest op aarde (Jes. 2:2-4). Als er veranderingen komen in de uitleg van Bijbelteksten of in de manier waarop dingen worden gedaan, willen we die accepteren. We zijn blij met de aanwijzingen dat het geestelijke licht nog steeds toeneemt (Spr. 4:18). Als we het moeilijk vinden een verandering te begrijpen, vragen we Jehovah ons daarbij te helpen. Ondertussen volharden we in onze gehoorzaamheid en blijven we rechtschapen.

En als iemand nu niet rechtschapen blijft?

15. Wie alleen kan je je rechtschapenheid ontnemen?

15 Dat is een ernstig stemmende vraag, vind je niet? Zoals we in het vorige artikel hebben geleerd, is rechtschapenheid onontbeerlijk. Zonder rechtschapenheid hebben we geen band met Jehovah en geen echte hoop. Houd dit in gedachte: er is maar één persoon in het universum die je je rechtschapenheid kan ontnemen. Die persoon ben jij. Job begreep dat heel goed. Hij zei: „Totdat ik de laatste adem uitblaas, zal ik mijn rechtschapenheid niet van mij laten wijken!” (Job 27:5) Als jij net zo vastbesloten bent en als je dicht bij Jehovah blijft, hoef je je rechtschapenheid nooit te verliezen. — Jak. 4:8.

16, 17. (a) Als iemand ernstige zonden begaat, wat is dan de verkeerde handelwijze? (b) Wat zou de juiste handelwijze zijn?

16 Toch blijven sommigen niet rechtschapen. Net als in de tijd dat de apostelen er nog waren, vervallen sommigen tot de gewoonte ernstige zonden te begaan. Als dat jou is overkomen, is de situatie dan hopeloos? Dat hoeft niet zo te zijn. Wat kun je doen? Laten we eerst eens kijken wat je niet moet doen. Het is een menselijke neiging een zonde verborgen te houden voor ouders, medechristenen of ouderlingen. De Bijbel brengt ons echter onder de aandacht dat ’wie zijn overtredingen bedekt, geen succes zal hebben, maar dat wie ze belijdt en laat, barmhartigheid zal worden betoond’ (Spr. 28:13). Degenen die zonden proberen te bedekken, maken een tragische fout, want voor God kan niets verborgen blijven. (Lees Hebreeën 4:13.) Sommigen proberen zelfs een dubbelleven te leiden; ze geven voor Jehovah te dienen terwijl ze ernstige zonden begaan. In zo’n leven ontbreekt het aan rechtschapenheid; het is juist het tegenovergestelde van rechtschapenheid. Jehovah is niet ingenomen met daden van aanbidding verricht door personen die ernstige zonden verbergen. Integendeel, zulke huichelarij maakt hem kwaad. — Spr. 21:27; Jes. 1:11-16.

17 Als een christen ernstige overtredingen begaat, is de juiste handelwijze duidelijk. Het is tijd om de hulp van de ouderlingen in te roepen. Jehovah heeft een regeling getroffen voor hulp aan personen die geestelijk ernstig ziek zijn. (Lees Jakobus 5:14.) Laat je er niet door angst voor mogelijk streng onderricht of voor correctie van weerhouden aan je geestelijke gezondheid te werken. Iemand die verstandig is, zou zich er toch ook niet door de tijdelijke pijn van een injectie of zelfs een operatie van laten weerhouden iets aan een levensbedreigend gezondheidsprobleem te doen? — Hebr. 12:11.

18, 19. (a) Hoe blijkt uit Davids voorbeeld dat rechtschapenheid herwonnen kan worden? (b) Wat heb jij je ten aanzien van je rechtschapenheid voorgenomen?

18 Is er hoop op volledig herstel? Kan rechtschapenheid als ze eenmaal verloren is, herwonnen worden? Sta nog eens stil bij het voorbeeld van David. Hij beging een zware zonde. Hij keek begerig naar de vrouw van een ander, pleegde overspel en regelde het zo dat de onschuldige partner gedood werd. We kunnen David in die periode moeilijk als een rechtschapen man zien. Maar was zijn situatie hopeloos? David moest krachtig streng onderricht ontvangen en kreeg dat ook. Vervolgens bracht zijn oprechte berouw Jehovah ertoe hem barmhartigheid te betonen. David leerde van het strenge onderricht en herwon zijn rechtschapenheid door God te gehoorzamen en dat te blijven doen. Davids leven was een voorbeeld van wat we in Spreuken 24:16 lezen: „De rechtvaardige kan wel zevenmaal vallen, en hij zal stellig opstaan.” Het resultaat? Kijk eens wat Jehovah na Davids dood over hem tegen Salomo zei. (Lees 1 Koningen 9:4.) God herinnerde zich David als een rechtschapen man. Jehovah kan berouwvolle zondaars inderdaad zelfs van de smet van ernstige zonden zuiveren. — Jes. 1:18.

19 Je zult een rechtschapen mens zijn als je van liefdevolle gehoorzaamheid blijk geeft. Blijf loyaal volharden, en mocht je een ernstige zonde begaan, geef dan blijk van oprecht berouw. Wat is rechtschapenheid een kostbaar juweel! Mag elk van ons net zo vastbesloten zijn als David, die zei: „Wat mij betreft, ik zal in mijn rechtschapenheid wandelen.” — Ps. 26:11.

[Voetnoot]

Wat zou je antwoorden?

• Hoe kun je een rechtschapen mens zijn?

• Op welke manieren kun je rechtschapen blijven?

• Hoe herwint iemand zijn rechtschapenheid?

[Studievragen]

[Kader op blz. 8]

’HET WAS GEWELDIG’

Dat zei een vrouw die vijf maanden in verwachting was over de goedheid en rechtschapenheid van een vreemde. Ze had ergens iets gebruikt en was uren later tot de ontdekking gekomen dat ze haar portefeuille had laten liggen. De portefeuille bevatte $2000, veel meer geld dan ze gewoonlijk bij zich had. „Ik was radeloos”, zei ze later tegen een plaatselijke krant. Maar een jonge vrouw had de portefeuille gevonden en was onmiddellijk op zoek gegaan naar de rechtmatige eigenaar. Toen ze die niet vond, ging ze ermee naar het politiebureau, en de politie spoorde de zwangere vrouw op. „Wat was dat geweldig, echt geweldig”, zei de dankbare eigenares. Waarom had de jonge vrouw zo veel moeite gedaan om haar het geld terug te bezorgen? De krant merkte op dat ze als een van Jehovah’s Getuigen „haar rechtschapenheid toeschrijft aan de godsdienst waarin ze werd grootgebracht”.

[Illustratie op blz. 9]

Jongeren kunnen onder beproeving rechtschapen blijven

[Illustratie op blz. 10]

David was een tijdlang niet rechtschapen, maar hij herstelde zich