Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Help anderen de Koninkrijksboodschap te aanvaarden

Help anderen de Koninkrijksboodschap te aanvaarden

Help anderen de Koninkrijksboodschap te aanvaarden

„Agrippa zei tot Paulus: ’Gij zoudt mij in korte tijd overreden een christen te worden.’” — HANDELINGEN 26:28.

1, 2. Waarom verscheen de apostel Paulus voor stadhouder Festus en koning Herodes Agrippa II?

IN HET jaar 58 G.T. kreeg de Romeinse stadhouder Porcius Festus in Cesarea bezoek van koning Herodes Agrippa II en zijn zuster Bernice. Op uitnodiging van stadhouder Festus kwamen ze „onder veel praalvertoon en traden, vergezeld van militaire bevelhebbers en ook eminente mannen uit de stad, de audiëntiezaal binnen”. Op bevel van Festus werd de christelijke apostel Paulus voor hen geleid. Waarom stond deze volgeling van Jezus Christus voor de rechterstoel van stadhouder Festus? — Handelingen 25:13-23.

2 Wat Festus zijn gasten vertelde, vormt een antwoord op die vraag. Hij zei: „Koning Agrippa en al gij mannen die hier met ons tegenwoordig zijt, gij ziet hier de man betreffende wie de gehele menigte der joden te zamen zich zowel in Jeruzalem als hier tot mij heeft gewend, schreeuwend dat hij niet langer behoort te leven. Maar ik bevond dat hij niets had bedreven wat de dood verdiende. Toen hij zich daarom zelf op de Augustus beriep, besloot ik hem te zenden. Maar ik heb over hem niets wat ik met zekerheid aan mijn Heer kan schrijven. Daarom heb ik hem voor u allen gebracht, en in het bijzonder voor u, koning Agrippa, opdat ik, nadat het gerechtelijk onderzoek heeft plaatsgehad, iets zou hebben om te schrijven. Want het lijkt mij onredelijk een gevangene te zenden zonder tevens de beschuldigingen kenbaar te maken die tegen hem zijn ingebracht.” — Handelingen 25:24-27.

3. Waarom brachten religieuze leiders beschuldigingen tegen Paulus in?

3 Uit de woorden van Festus blijkt dat Paulus te maken had met valse beschuldigingen van opruiing — een misdrijf waarop de doodstraf stond (Handelingen 25:11). Maar Paulus was onschuldig. De beschuldigingen berustten op de jaloezie van religieuze leiders in Jeruzalem. Ze verzetten zich tegen Paulus’ werk als Koninkrijksverkondiger en namen het hem bijzonder kwalijk dat hij anderen hielp volgelingen van Jezus Christus te worden. Onder zware bewaking werd Paulus van Jeruzalem naar de havenstad Cesarea, het hoofdkwartier van de Romeinse strijdkrachten, gebracht, waar hij zich op caesar beriep. Vandaar zou men hem naar Rome brengen.

4. Welke verrassende uitspraak deed koning Agrippa?

4 Laten we ons Paulus eens voor de geest halen terwijl hij in het paleis van de stadhouder voor een groep mensen staat onder wie zich ook de regeerder van een belangrijk deel van het Romeinse Rijk bevindt. Koning Agrippa richt zich tot Paulus en zegt: ’Het wordt u toegestaan te spreken.’ Terwijl Paulus spreekt, gebeurt er iets bijzonders. Wat Paulus zegt, begint invloed uit te oefenen op de koning. Ja, koning Agrippa zegt: „Gij zoudt mij in korte tijd overreden een christen te worden.” — Handelingen 26:1-28.

5. Waarom waren Paulus’ woorden tot Agrippa zo doeltreffend?

5 Sta hier eens bij stil! Als gevolg van Paulus’ bekwame verdediging werd een regeerder door de doordringende kracht van Gods Woord beïnvloed (Hebreeën 4:12). Wat was er zo doeltreffend aan Paulus’ verdediging? En wat kunnen we van Paulus leren dat ons kan helpen bij het maken van discipelen? Als we zijn verdediging analyseren, vallen twee hoofdpunten duidelijk op: (1) Paulus’ presentatie had overredingskracht. (2) Hij maakte bekwaam gebruik van zijn kennis van Gods Woord, net zoals een handwerksman een stuk gereedschap doeltreffend gebruikt.

Gebruik overredingskunst

6, 7. (a) Wat betekent het woord „overreden” zoals het in de bijbel wordt gebruikt? (b) Welke rol speelt overredingskracht wanneer we anderen willen helpen een bijbelse leerstelling te aanvaarden?

6 In het boek Handelingen worden in verband met Paulus herhaaldelijk Griekse woorden voor overreden gebruikt. Welke betekenis heeft dit voor ons wat het maken van discipelen betreft?

7 In de oorspronkelijke taal van de christelijke Griekse Geschriften heeft „overreden” de betekenis van „overhalen” of „een verandering van geest teweegbrengen door de invloed van het denkvermogen of morele overwegingen”, zegt Vines Expository Dictionary of New Testament Words. Een onderzoek naar de grondbetekenis van het woord geeft nog meer duidelijkheid. Het brengt de gedachte aan vertrouwen over. Dus wanneer we iemand overreden om een bijbelse leerstelling te aanvaarden, hebben we zijn vertrouwen gewonnen, zodat hij geloof stelt in de waarheid van die leerstelling. Als we iemand vertellen wat de bijbel zegt, is dat voor hem natuurlijk nog geen reden om er geloof in te stellen en ernaar te handelen. Hij moet ervan overtuigd zijn dat het waar is wat we zeggen, of hij nu een kind is, een van onze buren, een collega, een medescholier of een familielid. — 2 Timotheüs 3:14, 15.

8. Wat komt erbij kijken als we iemand van een bijbelse waarheid willen overtuigen?

8 Hoe kunnen we iemand ervan overtuigen dat wat we uit Gods Woord verkondigen, de waarheid is? Met een logische redenatie, goede argumenten en oprechte aandrang probeerde Paulus degenen tot wie hij sprak tot andere gedachten te brengen. * In plaats van alleen maar te verklaren dat iets waar is, moeten we dus bevredigende bewijzen aandragen voor wat we zeggen. Hoe kunnen we dit doen? We moeten er zeker van zijn dat wat we zeggen, rechtstreeks op Gods Woord en niet op onze persoonlijke mening gebaseerd is. Ook dienen we aanvullende bewijzen te gebruiken om onze oprechte, schriftuurlijke uitspraken te ondersteunen (Spreuken 16:23). Als we bijvoorbeeld ter sprake brengen dat gehoorzame mensen op een paradijsaarde zullen leven, moeten we dat ondersteunen door een schriftplaats aan te halen, zoals Lukas 23:43 of Jesaja 65:21-25. Hoe kunnen we aanvullende bewijzen aandragen voor dit bijbelse punt? We zouden voorbeelden kunnen aanhalen die onze toehoorder uit eigen ervaring kent. We kunnen hem er misschien aan herinneren hoe fijn het is te genieten van een mooie zonsondergang, de zoete geur van een bloem, de heerlijke smaak van een vrucht, of hoe leuk het is een moedervogel haar jongen te zien voeden — eenvoudige genoegens die niets kosten. Help hem inzien dat deze genoegens erop wijzen dat de Schepper ons graag van het leven op aarde wil laten genieten. — Prediker 3:11, 12.

9. Hoe kunnen we van redelijkheid in onze prediking blijk geven?

9 Als we proberen iemand te overreden om een bepaalde bijbelse leerstelling te aanvaarden, moeten we ervoor oppassen dat ons enthousiasme ons niet onredelijk doet klinken, zodat de toehoorder zijn geest en hart afsluit. Het Bedieningsschool-boek laat de volgende waarschuwing horen: „Een onbehouwen presentatie van de waarheid waarmee een door de ander kostbaar geachte overtuiging als onjuist wordt ontmaskerd, zal ook al wordt die gestaafd met een hele reeks schriftplaatsen, gewoonlijk niet goed overkomen. Als bijvoorbeeld populaire vieringen simpelweg aan de kaak worden gesteld als van heidense oorsprong, hoeft dat niets te veranderen aan de manier waarop anderen over zo’n feest denken. Een aanpak waarbij geredeneerd wordt, is gewoonlijk succesvoller.” Waarom moeten we echt moeite doen om te redeneren? Het leerboek zegt: „Redeneren moedigt aan tot discussie, geeft mensen iets om later over na te denken en houdt de weg open voor toekomstige gesprekken. Het kan zeer overtuigend werken.” — Kolossenzen 4:6.

Overredingskracht die het hart aanspreekt

10. Hoe leidde Paulus zijn verdediging voor Agrippa in?

10 Laten we nu Paulus’ verdediging in Handelingen 26 eens nader bekijken. Merk op hoe hij zijn toespraak begon. Als inleiding van zijn thema vond Paulus een gerechtvaardigde basis om Agrippa te prijzen, ook al had de koning een schandelijke verhouding met zijn zuster Bernice. Paulus zei: „Ik acht mij gelukkig, koning Agrippa, dat ik betreffende alle dingen waarvan ik door joden word beschuldigd, vandaag in uw tegenwoordigheid mijn verdediging mag houden, vooral omdat gij zeer goed op de hoogte zijt van alle gebruiken zowel als de twistpunten die er onder de joden zijn. Daarom smeek ik u mij geduldig aan te horen.” — Handelingen 26:2, 3.

11. Hoe vormden Paulus’ woorden tot Agrippa een blijk van respect, en welk voordeel leverde dit op?

11 Merk op dat Paulus Agrippa’s hoge positie erkende door hem met zijn titel, koning, aan te spreken. Dit was een blijk van respect, en door zijn verstandige woordkeus verleende Paulus Agrippa eer (1 Petrus 2:17). De apostel erkende dat Agrippa zeer goed op de hoogte was van de ingewikkelde gebruiken en wetten van zijn joodse onderdanen en zei dat hij blij was zich voor zo’n goedgeïnformeerde regeerder te mogen verdedigen. Paulus, een christen, gedroeg zich niet uit de hoogte tegenover Agrippa, die geen christen was (Filippenzen 2:3). Paulus smeekte de koning juist om hem geduldig aan te horen. Daardoor creëerde Paulus een sfeer waarin Agrippa, en ook de andere toehoorders, meer geneigd zouden zijn te aanvaarden wat hij ging zeggen. Hij legde een fundament, een gemeenschappelijk uitgangspunt als basis voor zijn argumenten.

12. Hoe kunnen we in de Koninkrijksverkondiging een beroep doen op het hart van onze toehoorders?

12 Laten we net als Paulus toen hij voor Agrippa stond, vanaf de inleiding tot het besluit van onze presentatie van de Koninkrijksboodschap een beroep doen op het hart. Dit kunnen we doen door oprecht respect te tonen voor degene tot wie we prediken en door echt belangstelling te hebben voor zijn of haar achtergrond en manier van denken. — 1 Korinthiërs 9:20-23.

Maak een bekwaam gebruik van Gods Woord

13. Hoe kunnen we net als Paulus onze toehoorders motiveren?

13 Paulus wilde zijn toehoorders graag motiveren om naar het goede nieuws te handelen (1 Thessalonicenzen 1:5-7). Daarom deed hij een beroep op hun figuurlijke hart, de zetel van de beweegredenen. Laten we eens terugkeren naar Paulus’ verdediging voor Agrippa en zien hoe Paulus ’Gods woord juist hanteerde’ door te verwijzen naar dingen die Mozes en de profeten hadden gezegd. — 2 Timotheüs 2:15.

14. Leg uit hoe Paulus overredingskracht gebruikte toen hij voor Agrippa stond.

14 Paulus wist dat Agrippa in naam een jood was. Daarom deed hij een beroep op Agrippa’s kennis van het judaïsme en redeneerde dat hij in zijn prediking in werkelijkheid „niets anders [zei] dan datgene waarvan zowel de Profeten als Mozes hebben verklaard dat het zou geschieden”, namelijk de dood en opstanding van de Messias (Handelingen 26:22, 23). Hij richtte zich rechtstreeks tot Agrippa en vroeg: „Gelooft gij, koning Agrippa, de Profeten?” Nu stond Agrippa voor een dilemma. Als hij zei dat hij de profeten verwierp, zou hij zijn reputatie als joodse gelovige verliezen. Maar als hij zich bij Paulus’ redenatie aansloot, zou hij in het openbaar het standpunt innemen dat hij het met de apostel eens was en het risico lopen een christen te worden genoemd. Paulus beantwoordde wijselijk zijn eigen vraag: „Ik weet dat gij gelooft.” Tot welke reactie bewoog Agrippa’s hart hem? Hij antwoordde: „Gij zoudt mij in korte tijd overreden een christen te worden” (Handelingen 26:27, 28). Hoewel Agrippa geen christen werd, had Paulus met zijn boodschap kennelijk tot op zekere hoogte zijn hart geraakt. — Hebreeën 4:12.

15. Hoe was Paulus in staat in Thessalonika een gemeente op te richten?

15 Merk op dat Paulus’ presentatie van het goede nieuws zowel uit verkondigen als overreden bestond. Omdat Paulus die benadering gebruikte en tevens ’het woord van God juist hanteerde’, werden sommigen die hem aanhoorden gelovigen in plaats van alleen toehoorders. Dit was het geval in Thessalonika, waar Paulus joden en godvrezende heidenen in de synagoge opzocht. Het verslag in Handelingen 17:2-4 zegt: „Paulus dan ging volgens zijn gewoonte daar naar hen toe, en drie sabbatten achtereen redeneerde hij met hen aan de hand van de Schriften, waarbij hij door middel van verwijzingen verklaarde en bewees dat de Christus moest lijden en uit de doden moest opstaan . . . Dit had tot gevolg dat sommigen van hen gelovigen werden.” Paulus bezat overredingskracht. Hij redeneerde, verklaarde en bewees aan de hand van de Schriften dat Jezus de langverwachte Messias was. Het gevolg? Er werd een gemeente van gelovigen opgericht.

16. Hoe kunnen we meer vreugde hebben in de verkondiging van het Koninkrijk?

16 Kunnen we ons verder bekwamen in overredingskunst wanneer we Gods Woord uitleggen? Zo ja, dan zullen we meer voldoening en vreugde hebben in de prediking en wanneer we mensen omtrent Gods koninkrijk onderwijzen. Verkondigers van het goede nieuws die de suggesties om in de prediking de bijbel vaker te gebruiken hebben opgevolgd, hebben dit ervaren.

17. Vertel een eigen ervaring of parafraseer de ervaring in deze paragraaf om te laten zien waarom het goed is de bijbel in de velddienst te gebruiken.

17 Een reizende opziener van Jehovah’s Getuigen schreef bijvoorbeeld: „Heel wat broeders en zusters hebben nu een bijbel in de hand wanneer ze van huis tot huis prediken. Dit heeft de verkondigers geholpen aan veel mensen met wie ze in contact komen, een schriftplaats voor te lezen. Het heeft zowel de huisbewoner als de verkondiger geholpen de bijbel, en niet alleen tijdschriften en boeken, met onze bediening te associëren.” Of we de bijbel zichtbaar bij ons hebben in de prediking, is natuurlijk afhankelijk van verschillende factoren, zoals plaatselijke gewoonten. Toch moeten we de reputatie willen hebben dat we een bekwaam gebruik maken van Gods Woord om anderen te overreden de Koninkrijksboodschap te aanvaarden.

Heb Gods kijk op de bediening

18, 19. (a) Hoe beziet God onze bediening, en waarom moeten we zijn zienswijze aankweken? (b) Wat zal ons helpen succesvolle nabezoeken te brengen? (Zie het kader „Hoe we met succes nabezoeken kunnen brengen” op blz. 16.)

18 Nog een manier om het hart van onze toehoorders te bereiken, is de bediening van Gods standpunt uit bezien en geduldig zijn. Het is Gods wil dat alle soorten van mensen „tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen” (1 Timotheüs 2:3, 4). Dat willen wij toch ook? Jehovah is bovendien geduldig, en zijn geduld stelt velen in de gelegenheid tot berouw te komen (2 Petrus 3:9). Dus wanneer we iemand vinden die bereid is naar de Koninkrijksboodschap te luisteren, kan het nodig zijn telkens weer terug te gaan om die belangstelling verder te ontwikkelen. Het kost tijd en geduld om de waarheidszaadjes te zien groeien (1 Korinthiërs 3:6). Het bijgaande kader „Hoe we met succes nabezoeken kunnen brengen” geeft suggesties voor het ontwikkelen van die belangstelling. Bedenk dat het leven van mensen — hun problemen en omstandigheden — voortdurend verandert. Misschien treffen we hen pas na vele pogingen thuis, maar het is de moeite waard. We willen hen in de gelegenheid stellen Gods boodschap van redding te horen. Daarom moeten we Jehovah God in gebed om wijsheid vragen, zodat we onze overredingskunst verder kunnen ontwikkelen om anderen te helpen de Koninkrijksboodschap te aanvaarden.

19 Wat kunnen we als christelijke werkers nog meer doen als we eenmaal iemand hebben gevonden die meer over de Koninkrijksboodschap wil horen? Het volgende artikel biedt hulp.

[Voetnoot]

^ ¶8 Zie voor meer informatie over overredingskracht les 48 en 49 in het boek Trek voordeel van de theocratische bedieningsschool, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

Kunnen we ons dit herinneren?

• Wat maakte Paulus’ verdediging voor koning Agrippa doeltreffend?

• Hoe kan onze boodschap het hart aanspreken?

• Wat zal ons helpen Gods Woord doeltreffend te gebruiken om het hart te bereiken?

• Hoe kunnen we de bediening van Gods standpunt uit bezien?

[Studievragen]

[Kader/Illustraties op blz. 16]

Hoe we met succes nabezoeken kunnen brengen

• Toon oprechte persoonlijke belangstelling voor mensen.

• Kies een interessant bijbels onderwerp uit om te bespreken.

• Leg de basis voor elk volgend bezoek.

• Blijf nadat je bent weggegaan aan de huisbewoner denken.

• Breng snel, misschien binnen een of twee dagen, een nabezoek om de belangstelling na te gaan.

• Houd in gedachte dat het je doel is een huisbijbelstudie op te richten.

• Bid of Jehovah de belangstelling wil doen groeien.

[Illustratie op blz. 15]

Paulus gebruikte overredingskracht toen hij voor stadhouder Festus en koning Agrippa stond