Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOE DONATIES WORDEN GEBRUIKT

Hulp bieden aan slachtoffers van rampen

Hulp bieden aan slachtoffers van rampen

1 FEBRUARI 2021

 In 2020 vonden talloze natuurrampen plaats en werd de wereld geconfronteerd met de COVID-19-pandemie. Hoe hebben Jehovah’s Getuigen getroffen personen geholpen?

 In het dienstjaar 2020 a besteedde het Coördinatorscomité van het Besturende Lichaam 28 miljoen dollar b aan hulpacties na rampen. Hiermee kon hulp geboden worden aan slachtoffers van meer dan 200 rampen, zoals de COVID-19-pandemie, meerdere tropische cyclonen, overstromingen in Afrika, voedseltekorten in Venezuela en droogte in Zimbabwe. Met het gedoneerde geld kon voedsel, water, onderdak, kleding en medische zorg worden bekostigd, plus basisbenodigdheden voor schoonmaak, reparaties en bouwwerkzaamheden. Hier volgen een paar voorbeelden van hulpacties.

 COVID-19. Over de hele wereld zijn onze broeders en zusters fysiek, emotioneel en economisch door de pandemie getroffen. Om ze te helpen werden wereldwijd meer dan 800 hulpverleningscomités opgericht. Deze comités hielden de situatie van de broeders en zusters in de gaten en deden daar geregeld verslag van, zodat het Coördinatorscomité kon bepalen waar en hoe het beste hulp kon worden verleend.

 Gedurende het jaar hebben de hulpverleningscomités velen geholpen aan voedsel, water, spullen voor persoonlijke hygiëne en basisgeneesmiddelen te komen. In sommige gebieden werkten de comités ook samen met plaatselijke ouderlingen om broeders en zusters te helpen bij het aanvragen van overheidssteun.

 Onze hulpacties zijn bij niet-Getuigen niet onopgemerkt gebleven. Field Simwinga, districtscommissaris van Nakonde (Zambia), zei bijvoorbeeld: ‘We zijn jullie veel dank verschuldigd voor jullie broodnodige hulpverlening aan de getroffen gezinnen.’

 Voedseltekorten in Angola. De COVID-19-pandemie had grote gevolgen voor de voedselvoorraad in Angola en zorgde voor aanzienlijke prijsverhogingen. Voor veel broeders en zusters werd het steeds moeilijker om eten te kopen.

Voedselpakketten werden van Brazilië naar Angola verstuurd

 Het bijkantoor in Brazilië werd gevraagd te helpen bij het verzenden van voedselpakketten aan de broeders en zusters in Angola. Om optimaal gebruik te maken van het beschikbare geld werd zorgvuldig onderzocht welke mogelijkheden er waren om voedsel te kopen en te versturen en werd het voedsel in bulk gekocht. Zo kon elk pakket voor maar ongeveer 22 dollar worden aangeschaft en verstuurd, terwijl het maar liefst bijna 20 kilo voedsel (zoals rijst, bonen en bakolie) bevatte. Tot nu toe zijn er 33.544 pakketten verzonden — in totaal 654 ton. Als je daar de plaatselijke voorzieningen bij optelt, hebben deze hulpgoederen meer dan 50.000 mensen gevoed.

 Wat was de reactie van de broeders en zusters die deze hulp ontvingen? Alexandre, die in een afgelegen deel van Angola woont, zegt: ‘Ik zie dit als een bewijs dat Jehovah van me houdt en dat ik niet alleen ben. Jehovah’s organisatie vindt mij belangrijk.’ Mariza, een alleenstaande moeder, zegt: ‘Jehovah heeft mijn gebed verhoord. Ik ben hem en zijn organisatie heel dankbaar.’

Broeders en zusters in Angola zijn dankbaar voor de hulpgoederen

 Droogte in Zimbabwe. In het dienstjaar 2020 kreeg Zimbabwe te maken met ernstige droogte, waardoor miljoenen mensen door honger dreigden om te komen. Duizenden Getuigen in Zimbabwe hadden te weinig voedsel.

 Er werden vijf hulpverleningscomités opgericht om voedsel te regelen voor de broeders en zusters. Honderden verkondigers hielpen mee door voedsel in te pakken, hulpgoederen in te laden of hun voertuig uit te lenen. c In het dienstjaar 2020 is 691.561 dollar gebruikt om meer dan 22.700 personen van voedsel te voorzien.

Broeders en zusters in Zimbabwe krijgen voedselhulp (vóór de pandemie)

 In sommige gevallen hadden de broeders en zusters hun eigen voedselvoorraad helemaal opgebruikt tegen de tijd dat de hulpgoederen aankwamen. Toen het voedsel aankwam, bedankten de broeders en zusters Jehovah. Sommigen begonnen zelfs Koninkrijksliederen te zingen.

 In één gebied gingen twee Getuigen, allebei weduwe, naar een bijeenkomst van de plaatselijke gemeenschap over de voedselhulp die door een niet-gouvernementele organisatie (ngo) werd aangeboden. De bijeenkomst werd echter steeds politieker van aard, dus besloten de zusters dat ze niet akkoord konden gaan met de voorwaarden voor de hulp. Toen ze weggingen, werden ze belachelijk gemaakt en werd er gezegd: ‘Je hoeft niet bij ons aan te komen voor een maaltijd.’ Twee weken later bereikte onze organisatie het gebied en kregen onze zusters voedsel — ruim voordat de hulpgoederen van de ngo arriveerden.

‘Jehovah heeft zijn aanbidders nog nooit in de steek gelaten’, zegt Prisca

 De hulpverlening in Zimbabwe heeft ook tot een goed getuigenis geleid. Dat blijkt onder andere uit het voorbeeld van Prisca, die in een klein dorp woont. Ondanks de moeilijkheden die de droogte veroorzaakte, ging Prisca elke woensdag en vrijdag in de velddienst, zelfs tijdens het ploegseizoen. Dorpsbewoners maakten haar belachelijk en zeiden: ‘Door dat gepredik laat je je gezin verhongeren.’ Prisca zei dan: ‘Jehovah heeft zijn aanbidders nog nooit in de steek gelaten.’ Niet lang daarna ontving ze hulpgoederen van onze organisatie. Dat maakte indruk op enkele van haar buren, die tegen haar zeiden: ‘God heeft je niet in de steek gelaten. We willen meer over hem weten.’ Zeven buren luisteren nu naar de bijeenkomsten die via de radio worden uitgezonden.

 Terwijl we steeds dichter bij het einde komen, zullen we te maken blijven krijgen met natuurrampen (Mattheüs 24:3, 7). Jullie gulle donaties via een van de methoden op donate.jw.org worden zeer gewaardeerd. Zo kunnen we tijdig en efficiënt hulp bieden.

a Het dienstjaar 2020 loopt van september 2019 tot en met augustus 2020.

b Bij alle dollarbedragen in dit artikel gaat het om Amerikaanse dollars.

c Vanwege de beperkingen in verband met de COVID-19-pandemie hadden de broeders en zusters vergunningen nodig om het voedsel af te leveren. Ze namen zelf ook voorzorgsmaatregelen om blootstelling aan het virus te voorkomen.