Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ze hadden liefde voor het Woord van God

Ze hadden liefde voor het Woord van God

Ze hadden liefde voor het Woord van God

BELANGRIJKE boodschappen worden vaak in veel talen vertaald om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen ze kunnen begrijpen. De Bijbel, het Woord van God, bevat een belangrijke boodschap. Hoewel de dingen die in de Bijbel staan lang geleden zijn geschreven, zijn ze „tot ons onderricht geschreven” en geven ze ons troost en hoop voor de toekomst (Romeinen 15:4).

Het spreekt dus vanzelf dat de Bijbel, die de belangrijkste boodschap bevat die ooit is geschreven, in veel talen beschikbaar gesteld zou worden. Door de hele geschiedenis heen hebben mensen zich veel moeite getroost om de Bijbel te vertalen, ondanks ernstige ziekte, een regeringsverbod of zelfs de dreiging terechtgesteld te worden. Waarom? Omdat ze van Gods Woord hielden. Het volgende verslag geeft u een kijkje in de opmerkelijke geschiedenis van het vertalen van de Bijbel.

„Engelsen kunnen Christus’ wet het best in het Engels leren”

Toen John Wyclif omstreeks 1330 werd geboren, werden de kerkdiensten in Engeland in het Latijn geleid. Maar voor de mensen in het algemeen was Engels de voertaal. Ze spraken Engels met hun buren en baden zelfs in het Engels tot God.

Wyclif, een priester, sprak vloeiend Latijn. Toch vond hij dat het verkeerd was de Bijbel te onderwijzen in het Latijn, dat hij als een elitaire taal beschouwde. „Kennis van Gods wet”, schreef hij, „moet onderwezen worden in de taal die het makkelijkst te begrijpen is, want het is het woord van God dat onderwezen wordt.” Daarom begon Wyclif met een groep medewerkers de Bijbel in het Engels te vertalen. Dat duurde ongeveer twintig jaar.

Het idee van een nieuwe vertaling werd door de katholieke kerk niet toegejuicht. Het boek De verborgenheden van het Vatikaan legt uit waarom de kerk ertegen was: „Nu begonnen zelfs de leeken het Roomsch-Katholicismus met de eenvoudigheid van het oorspronkelijke Christendom te vergelijken en aan eene scherpe kritiek te onderwerpen. Natuurlijk werd hierdoor het onderscheid tusschen het Evangelie en het Romanismus voor ieder die nadacht duidelijk.”

Paus Gregorius XI vaardigde vijf edicten uit waarin hij Wyclif veroordeelde. Maar de vertaler liet zich niet afschrikken. Hij antwoordde: „Engelsen kunnen Christus’ wet het best in het Engels leren. Mozes hoorde Gods wet in zijn eigen taal, en dat was ook zo met Christus’ apostelen.” Omstreeks 1382, kort voordat Wyclif stierf, brachten zijn medewerkers de eerste Engelse vertaling van de complete Bijbel uit. Ongeveer tien jaar later werd door een van zijn medewerkers een herziene en makkelijker te lezen versie uitgebracht.

Aangezien de drukpers nog niet was uitgevonden, moest elk handschrift heel zorgvuldig worden overgeschreven, een karwei dat wel tien maanden kon duren! Het idee dat deze bijbel in omloop zou komen, zat de kerk echter zo dwars dat een aartsbisschop dreigde iedereen te excommuniceren die hem zou lezen. Meer dan veertig jaar na Wyclifs dood werden zijn stoffelijke resten op bevel van een pauselijk concilie door de geestelijkheid opgegraven en verbrand en werd zijn as in de rivier de Swift gegooid. Maar oprechte waarheidszoekers vergaten Wyclifs bijbel niet. De theoloog en rechtsgeleerde William Blackburn schreef: „Er werden talloze afschriften van Wyclifs bijbel gemaakt, op grote schaal in omloop gebracht en doorgegeven.”

Een bijbel voor de jongen achter de ploeg

Het Engels dat Wyclif had gesproken, was binnen tweehonderd jaar praktisch in onbruik geraakt. Een jonge predikant in de buurt van Bristol was teleurgesteld dat zo weinig mensen de Bijbel konden begrijpen. Op een keer hoorde deze predikant, William Tyndale, een ontwikkeld man zeggen dat je het beter zonder Gods wet kon stellen dan zonder die van de paus. Tyndale antwoordde dat als God het hem toestond, hij er binnenkort voor zou zorgen dat zelfs een jongen achter de ploeg meer kennis van de Bijbel zou hebben dan deze ontwikkelde man.

Wyclif had de Bijbel vanuit de Latijnse Vulgaat vertaald en met de hand afschriften gemaakt. In 1524 begon Tyndale, nadat hij van Engeland naar Duitsland was verhuisd, rechtstreeks vanuit het oorspronkelijke Hebreeuws en Grieks te vertalen en maakte hij vervolgens gebruik van een drukpers in Keulen om exemplaren te drukken. Al gauw kwamen Tyndales vijanden dit te weten, en ze haalden de senaat van Keulen ertoe over alle exemplaren te confisqueren.

Tyndale vluchtte naar de stad Worms (Duitsland) en hervatte zijn werk. Niet lang daarna werden exemplaren van zijn Griekse Geschriften in het Engels heimelijk naar Engeland verscheept. Binnen zes maanden waren er zo veel exemplaren verkocht dat er een spoedvergadering van bisschoppen werd bijeengeroepen en er opdracht werd gegeven tot bijbelverbrandingen.

Om dit opkomende tij van Bijbellezen te keren en een eind te maken aan Tyndales vermeende ketterij, gaf de bisschop van Londen Sir Thomas More opdracht om Tyndale in geschrifte aan te vallen. More was vooral geschokt omdat Tyndale het woord „gemeente” gebruikte in plaats van „kerk”, en „oudste” of „ouderling” in plaats van „priester”. Die woorden trokken het gezag van de paus en het onderscheid tussen geestelijken en leken in twijfel. More keurde het ook af dat Tyndale het Griekse woord agape met „liefde” in plaats van „charitas” (liefdadigheid) had vertaald. „Ook dat was een gevaarlijk denkbeeld voor de Kerk,” zegt het boek If God Spare My Life, „want het schijnbaar degraderen van liefdadigheid zou de lucratieve schenkingen, aflaten en erflatingen waarmee de gelovigen werden overgehaald hun weg naar de hemel te plaveien, ondermijnen.”

More moedigde tot het verbranden van ’ketters’ aan, wat ertoe leidde dat Tyndale in oktober 1536 gewurgd en verbrand werd. Later werd More zelf onthoofd nadat hij met de koning in conflict was gekomen. In 1935 werd hij door de rooms-katholieke kerk echter heilig verklaard, en in het jaar 2000 eerde paus Johannes Paulus II hem als de beschermheilige van politici.

Tyndale kreeg zo’n erkenning niet. Maar voordat Tyndale stierf, voegde zijn vriend Miles Coverdale diens vertaling samen tot een complete Bijbel: de eerste Engelse vertaling vanuit de oorspronkelijke talen! Iedere jongen achter de ploeg kon nu Gods Woord lezen. En hoe staat het met de Bijbel in andere talen dan het Engels?

’Praktisch onmogelijk’

Ondanks de bezwaren van familie en vrienden vertrok de Britse zendeling Robert Morrison in 1807 naar China, vastbesloten om de complete Bijbel in het Chinees uit te geven. Het bleek geen makkelijke taak te zijn. „Het was een praktisch onmogelijke onderneming”, bevestigde Charles Grant, een van de toenmalige bestuurders van de Engelse Oost-Indische Compagnie.

Bij aankomst ontdekte Morrison dat het de Chinezen op straffe des doods verboden was hun taal aan buitenlanders te onderwijzen. Ter bescherming van zichzelf en van degenen die hem de taal wilden leren, bleef hij een tijdlang binnenshuis. Een verslag zegt dat hij „na twee jaar studeren Mandarijn en meer dan één dialect kon spreken en [de taal] ook kon lezen en schrijven”. Intussen had de keizer een edict uitgevaardigd dat het drukken van christelijke boeken tot een overtreding maakte waarop de doodstraf stond. Ondanks de dreiging voltooide Morrison op 25 november 1819 zijn vertaling van de complete Bijbel in het Chinees.

In 1836 waren er ongeveer 2000 complete bijbels, 10.000 exemplaren van de Griekse Geschriften en 31.000 afzonderlijke delen van de Bijbel in het Chinees gedrukt. Liefde voor Gods Woord had het „praktisch onmogelijke” mogelijk gemaakt.

Een bijbel in een kussen

Twee weken na hun huwelijk in februari 1812 begonnen de Amerikaanse zendeling Adoniram Judson en zijn vrouw, Ann, aan een lange reis, om zich uiteindelijk in 1813 in Birma * te vestigen. Ze gingen onmiddellijk Birmees leren, een van de moeilijkste talen ter wereld. Na een paar jaar studeren schreef Judson: ’We leren een taal die gesproken wordt door een volk aan de andere kant van de aarde, met andere denkpatronen dan de onze. We hebben geen woordenboek en geen tolk om ook maar één woord uit te leggen.’

Ondanks de taalproblemen gaf Judson het niet op. Hij voltooide zijn Birmese vertaling van de christelijke Griekse Geschriften in juni 1823. Later was Birma in een oorlog verwikkeld. Judson werd van spionage verdacht en kwam in de gevangenis terecht, waar hij in drie paar ijzeren boeien werd gesloten en aan een lange paal werd vastgezet zodat hij zich niet kon bewegen. „Een van de eerste dingen waar mijnheer Judson naar vroeg zodra hij en mevrouw Judson elkaar mochten zien en in het Engels met elkaar mochten spreken, was het manuscript van de vertaling van het Nieuwe Testament”, schreef Francis Wayland in 1853 in een boek over Judsons leven. Uit angst dat het manuscript door vocht en schimmel verloren zou gaan als het onder het huis begraven zou worden, naaide Ann het in een kussen en bracht het naar haar man in de gevangenis. Ondanks heel moeilijke omstandigheden bleef het bewaard.

Na vele maanden werd Judson vrijgelaten. Maar zijn vreugde was van korte duur. Later datzelfde jaar kreeg Ann een hevige koortsaanval en stierf binnen een paar weken. Slechts zes maanden daarna bezweek ook zijn dochtertje Maria, nauwelijks twee jaar oud, aan een ongeneeslijke ziekte. Judson hervatte zijn werk, hoewel hij gebroken was van verdriet. De complete Bijbel werd uiteindelijk in 1835 voltooid.

Hebt u liefde voor Gods Woord?

De liefde voor Gods Woord die deze vertalers toonden, is niets nieuws. In het oude Israël zong de psalmist Jehovah God toe: „Hoe lief heb ik uw wet! De gehele dag heeft ze mijn intense belangstelling” (Psalm 119:97). De Bijbel is meer dan een indrukwekkend literair werk. Er staat een belangrijke boodschap in. Toont u intense belangstelling voor Gods Woord door er geregeld in te lezen? Als dat zo is en u probeert toe te passen wat u leert, zult u vast en zeker ’gelukkig zijn doordat u het doet’ (Jakobus 1:25).

[Voetnoot]

^ ¶22 Birma wordt tegenwoordig Myanmar genoemd.

[Inzet op blz. 8]

„Engelsen kunnen Christus’ wet het best in het Engels leren.” — JOHN WYCLIF

[Illustraties op blz. 9]

William Tyndale en een bladzijde van de Tyndalebijbel

[Verantwoording]

Tyndale: From the book The Evolution of the English Bible

[Illustraties op blz. 10]

Robert Morrison en zijn vertaling van de Bijbel in het Chinees

[Verantwoording]

In the custody of the Asian Division of the Library of Congress

Robert Morrison, engraved by W. Holl, from The National Portrait Gallery Volume IV, published c.1820 (litho), Chinnery, George (1774-1852) (after)/Private Collection/Ken Welsh/The Bridgeman Art Library International

[Illustraties op blz. 11]

Adoniram Judson en zijn Birmese vertaling van de Bijbel

[Verantwoording]

Judson: Engraving by John C. Buttre/Dictionary of American Portraits/Dover

[Illustratieverantwoording op blz. 8]

Wycliffe: From the book The History of Protestantism (Vol. I); Bible: Courtesy of the American Bible Society Library, New York