Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

VERHAAL 1

God maakt de hemel en de aarde

God maakt de hemel en de aarde

Jehovah God is onze Schepper. Hij heeft alles gemaakt: de dingen die we kunnen zien maar ook de dingen die we niet kunnen zien. Voordat hij alles maakte wat we kunnen zien, maakte hij eerst heel veel engelen. Weet je wat engelen zijn? Engelen zijn personen die net zo zijn als Jehovah. We kunnen ze niet zien, net zoals we God niet kunnen zien. De eerste engel die Jehovah maakte, werd zijn helper. Die engel hielp Jehovah bij het maken van de sterren, de planeten en alle andere dingen. Een van die planeten is de mooie aarde, en daar wonen wij.

Daarna maakte Jehovah de aarde klaar zodat er dieren en mensen konden wonen. Hij zorgde ervoor dat het licht van de zon op de aarde kon schijnen. Hij maakte bergen, oceanen en rivieren.

En wat gebeurde er toen? Jehovah zei: ‘Ik ga gras maken, en planten en bomen.’ En zo ging het. Er kwamen veel verschillende soorten fruit, groenten en bloemen. Daarna maakte Jehovah de dieren — dieren die kruipen, lopen, vliegen of zwemmen. Hij maakte kleine dieren, zoals konijnen. En grote dieren, zoals olifanten. Wat is jouw lievelingsdier?

Toen zei Jehovah tegen de eerste engel: ‘Laten wij de mens maken.’ Mensen zouden anders zijn dan dieren. Ze zouden dingen kunnen uitvinden. Ze zouden kunnen praten, lachen en bidden. En ze zouden voor de aarde en de dieren zorgen. Weet jij wie de eerste mens was? Laten we eens kijken.

‘In het begin schiep God de hemel en de aarde.’ — Genesis 1:1