Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Als zout een plaag wordt

Als zout een plaag wordt

Als zout een plaag wordt

Door een Ontwaakt!-medewerker in Australië

ZOUT is onontbeerlijk voor het leven van mens en dier. Bijna 1 procent van ons lichaam bestaat eruit. We gebruiken het in voedsel, medicijnen en veevoer. De jaarlijkse consumptie van zout bedraagt wereldwijd zelfs zo’n 190 miljoen ton. * Maar deze nuttige en overvloedig aanwezige stof wordt langzamerhand een plaag voor enkele van de productiefste landbouwgronden ter wereld.

Zo’n 40 procent van de wereldwijde voedselopbrengst is afkomstig van de 15 procent gecultiveerde grond op aarde die wordt bevloeid. Door schijnbaar onvruchtbaar land te irrigeren, kan het dus gaan bloeien als een roos. Maar door irrigatie kan zich ook zout in de bodem ophopen, waardoor de grond langzaam wordt vergiftigd. De nadelige gevolgen van deze verzilting voor de productie van gewassen zijn al merkbaar bij de helft van alle geïrrigeerde grond ter wereld. Naar verluidt gaat er elk jaar door verzilting en buitensporige bevloeiing een hoeveelheid land verloren die twee keer zo groot is als Zwitserland!

In zijn boek Out of the Earth waarschuwt Daniel Hillel, een vooraanstaand bodemdeskundige: „Elk van de sluipende, door de mens veroorzaakte plagen die zo’n belangrijke rol hebben gespeeld bij de ondergang van vroegere beschavingen vindt zijn tegenhanger in de wereld van vandaag . . . maar op steeds grotere schaal.” Er wordt al gezegd dat verloren oogsten als gevolg van verzilting de Amerikaanse economie jaarlijks vijf miljard dollar kosten. Toch zijn er maar weinig plaatsen op aarde waar deze door de mens veroorzaakte plaag zo’n grote bedreiging vormt als in Australië.

De witte dood

Elk uur gaat er in de uitgestrekte korenvelden van West-Australië door verzilting een hoeveelheid land ter grootte van een voetbalveld verloren. Dr. Tom Hatton van de CSIRO (de Australische Organisatie voor Wetenschappelijk en Industrieel Onderzoek) zegt: „Dit is voor ons zonder meer de grootste milieucrisis.”

Vooral het landbouwgebied in het hart van oostelijk Australië, het Murray-Darlingbekken, is gevoelig voor verzilting. Het bekken beslaat een gebied dat zo groot is als Frankrijk en Spanje bij elkaar en omvat driekwart van het geïrrigeerde land in Australië. Dit deel van Australië is goed voor bijna de helft van de totale landbouwinkomsten. De rivieren de Murray en de Darling, de levensaders van dit belangrijke landbouwgebied, voeden duizenden wetlands en voorzien drie miljoen mensen van drinkwater.

Helaas is al 2000 vierkante kilometer van dit landbouwgebied ernstig door verzilting aangetast, en wetenschappers schatten dat er dit decennium nog eens 10.000 vierkante kilometer gevaar loopt. Het zoutgehalte in de Murray, de Darling en hun zijrivieren stijgt, en in enkele gebieden is het water al bijna ongeschikt om te drinken. In de vruchtbare velden langs die rivieren ontstaan met zout overdekte, levenloze moerassen. Boeren noemen dit verschijnsel de witte dood.

Maar niet alleen de landbouwgrond loopt gevaar. Wetenschappers van de CSIRO waarschuwen dat er door verzilting zeker duizend Australische planten en dieren met uitsterven worden bedreigd. En als het zo doorgaat, is binnen vijftig jaar misschien ook wel de helft van de vogelsoorten in het Murray-Darlingbekken uitgestorven. En dan te bedenken dat deze milieucrisis is veroorzaakt door kortzichtigheid.

Waar het zout vandaan komt

Wetenschappers gaan ervan uit dat veel van het zout in Australië in de loop van duizenden jaren door nevel vanuit de oceaan landinwaarts is meegevoerd. Het zout van de nevel kwam via de regen op het land terecht. Andere bronnen zijn vermoedelijk de zoutafzettingen, afkomstig van zeeën die ooit het continent bedekten. De regen loogde het zout uit en nam het mee naar diepere bodemlagen, terwijl zich onder de zoute ondergrond op veel plaatsen grondwater verzamelde.

Na verloop van tijd raakte het continent begroeid met eucalyptusbomen en andere vegetatie waarvan de wortels wel dertig tot veertig meter diep in de grond drongen. De vegetatie ving het grootste deel van het regenwater op en pompte het weer omhoog naar het oppervlak, waar het via de bladeren verdampte. Zo bleef het grondwaterpeil ver onder het oppervlak. Maar Europese landbouwmethoden, die Australië voorspoed en vooruitgang hebben gebracht, brachten ook grootschalige houtkap mee. Het massaal verwijderen van deze als pompen fungerende bomen en ook het wijdverbreide gebruik van irrigatie hadden tot gevolg dat het waterpeil steeg. Daardoor werd het sluimerende zout opgelost en kwam het steeds dichter bij de vruchtbare bovenlaag terecht.

Oorzaken van het verziltingsprobleem

Door gereguleerde onderwaterzetting van akkers wordt de opbrengst in het Murray-Darlingbekken verhoogd. Maar tegelijkertijd stijgt daardoor de grondwaterspiegel onder de velden snel. Het zoute grondwater sijpelt vervolgens in de rivierstelsels en vervuilt het zoete water. Dat levert een ander probleem op: rivierverzilting. En doordat het zoute rivierwater wordt teruggepompt op de geïrrigeerde velden ontstaat er een vicieuze cirkel.

Maar nog verraderlijker is de verzilting van het droge land. In het hele bekken zijn diep wortelende bomen vervangen door weilanden en eenjarige gewassen met wortels die hooguit één à twee meter in de bodem dringen. Daardoor is het regenwater, dat voorheen door de bomen werd opgenomen, al snel buiten het bereik van de gewassen gesijpeld.

Wetenschappers schatten dat er als gevolg hiervan tien tot honderd keer zoveel water in het grondwater sijpelt als toen er op de vlakten nog bomen groeiden. In de afgelopen honderd jaar is er zoveel extra water in de grond gelekt dat het grondwaterpeil onder het Murray-Darlingbekken op sommige plekken wel zestig meter of meer is gestegen. Als het peil van dit verzilte grondwater tot een meter of twee onder het bodemoppervlak stijgt, begint voor de boer de narigheid.

Gedeelten van eens vruchtbare velden gaan tekenen van stagnerende groei vertonen. Lang voordat zich op sommige plekken een zoutkorst begint te vormen, wordt het zilte grondwater dat zich vlak onder het bodemoppervlak bevindt, door verdamping omhooggezogen. Eerst kunnen de planten die daar groeien er nog tegen, maar naarmate er meer zout naar boven komt, neemt de zoutconcentratie in de oppervlaktelaag toe en wordt de grond onvruchtbaar.

Maar niet alleen de boeren worden door de bodemverzilting getroffen. Er raken ook al snelwegen beschadigd, waardoor hun levensduur met naar schatting 75 procent wordt bekort. In het hele stroomgebied van de Murray en de Darling worden verder gebouwen, leidingen en rioolstelsels in plattelandssteden aangetast.

Is herstel mogelijk?

Het ziet ernaar uit dat op de meeste plaatsen het peil van het verzilte grondwater de komende vijftig tot honderd jaar zal blijven stijgen. Volgens één rapport zal tegen de tijd dat een baby die vandaag geboren wordt dertig jaar is, een gebied ter grootte van de staat Victoria — ongeveer zo groot als Groot-Brittannië — onbruikbaar zijn geworden. Wat is er nodig om dit verwoestende tij te keren?

„We moeten het beheer en het gebruik van de hulpbronnen van het [Murray-Darling]bekken radicaal veranderen om gezonde ecosystemen en een productief gebruik van het land in stand te houden”, staat er in een regeringsrapport. „Daar zullen aanzienlijke kosten mee gemoeid zijn . . . Maar die kosten vallen in het niet bij de onvermijdelijke kosten — voor de economie, het milieu en de maatschappij — als er niets wordt gedaan om de huidige manier van beheer te veranderen.”

Het op grote schaal aanplanten van bomen zou een eerste aanzet zijn om de schade te herstellen, maar op dit moment wordt dat niet als een rendabele optie gezien. In een wetenschappelijk rapport werd opgemerkt: „We kunnen niet terugkeren naar de omstandigheden zoals ze oorspronkelijk waren. In veel gevallen zouden verbeteringen [door het planten van bomen] zich heel langzaam voordoen, als ze zich al voordoen.”

Ondertussen worden boeren gestimuleerd om gewassen met langere wortels aan te planten of over te stappen op zoutbestendige gewassen. Sommige ondernemers verdienen nu zelfs de kost met het winnen van het zout dat hun landbouwbedrijf heeft geruïneerd. Andere maken plannen om zoutwatervijvers te gebruiken voor de commerciële teelt van zeevis, garnalen of zelfs zeewier.

Wat er in Australië gebeurt, is niet uniek. Als er niet snel iets ingrijpends gebeurt, krijgt de beschrijving die de Griekse filosoof Plato van het oude Griekenland gaf, de klank van een onheilsprofetie: „Wat er nu van het voorheen vruchtbare land resteert, is als het skelet van een zieke man. Al het vette en zachte van de grond is weggespoeld, waardoor alleen het kale geraamte overbleef.”

[Voetnoot]

^ ¶3 De bekendste zoutsoort is natriumchloride (keukenzout). Andere belangrijke soorten zijn kaliumchloride en ammoniumnitraat.

[Kaart op blz. 25]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

MURRAY-DARLINGBEKKEN

[Verantwoording]

Map: Mountain High Maps® Copyright © 1997 Digital Wisdom, Inc.

[Illustraties op blz. 25]

Zoutresten hechten zich aan de overblijfselen van een boom midden in een akker die onder water staat

Akkers die voorheen vruchtbaar waren, worden onvruchtbaar als er zich in de bovenlaag zout ophoopt

[Verantwoording]

© CSIRO Land and Water

[Illustraties op blz. 26]

De voorboden van de plaag: onvruchtbare stukken grond te midden van vruchtbare velden

Zout dat naar de oppervlakte wordt getrokken, is funest voor de plantengroei

De gevolgen van verzilting voor wat ooit productieve landbouwgrond was

De uiteindelijke gevolgen van een stijgend grondwaterpeil

[Verantwoording]

All photos: © CSIRO Land and Water