Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zaden die het ruime sop kiezen

Zaden die het ruime sop kiezen

Zaden die het ruime sop kiezen

Door een Ontwaakt!-medewerker in Groot-Brittannië

TIJDENS een wandeling langs een met zeewier en wrakhout bezaaid zandstrand aan de Engelse oostkust viel mijn oog op een vreemde kiezelsteen. Ik raapte hem op. Hij was glad en kastanjebruin. Toen zag ik dat het helemaal geen kiezelsteen was! Wat was het dan? Tropisch drijfzaad. Maar hoe was dat hier terechtgekomen?

De herkomst van dit zaad

Dit zaad is afkomstig van een grote plant uit de peulvruchtenfamilie die liaan wordt genoemd. De liaan is wel omschreven als een klimplant met houtachtige stam die uit bomen omlaag hangt, vooral in tropische regenwouden. Met haar hechtranken klimt ze in haar waardboom omhoog, soms tot een hoogte van dertig meter boven de grond. Deze plant is wijdverbreid langs kusten en rivieren in Centraal- en West-Afrika, Colombia, West-Indië en Midden-Amerika. In Costa Rica, waar boomapen de plant gebruiken om van boomtop naar boomtop te komen, staat ze bekend als apenladder.

Het zaad, dat een doorsnee heeft van zes centimeter, begint zijn leven in een enorme peul die vanuit de ondersteunende boom naar beneden hangt. Deze grote zaadpeul, die wel twee meter lang kan worden, bestaat uit afgeronde segmenten, elk met één zaad erin. Die worden door een dunne groef van elkaar gescheiden. Net als bij veel bonen is de zaadpeul aanvankelijk zacht en groen. Maar naarmate de peul rijpt, wordt ze hard, droog en zwaar. Ook wordt ze bruin en houtachtig.

Ten slotte valt de zaadpeul door haar toegenomen gewicht in de rivier of in de zee. Terwijl de peul wegdrijft, valt hij in de afzonderlijke segmenten uiteen. Nu beginnen alle zaden aan hun eigen reis, elk in zijn beschermende omhulsel. Sommige zaden blijven misschien in de modder steken en schieten op aan de rivieroever. Veel zaden zullen echter stroomafwaarts drijven, waarbij ze soms honderden kilometers afleggen naar de monding van een rivier. Als een zaad tussen eilandengroepen door reist, kan het door het getij worden meegevoerd en op een nabijgelegen strand aanspoelen.

Wereldreizigers

Wat gebeurt er met zaden die het ruime sop kiezen? Hun beschermende omhulsel slijt langzaam af en de zaden vallen eruit. Zinken ze dan ook? Nee, want hun buitenkant laat geen water door. Hun drijfvermogen hebben ze te danken aan een inwendige luchtkamer die is ontstaan door het krimpen van de zaadlob, het bladachtige deel van de kiem. Met zo’n schitterend overlevingspakket kunnen deze hartvormige zaden maandenlang of zelfs jarenlang ongedeerd op zee dobberen voordat ze op een afgelegen strand worden geworpen.

Hoe komen de zaden helemaal bij de Britse Eilanden, Scandinavië en andere delen van West-Europa terecht? Al eeuwenlang liften ze met de Golfstroom in de Atlantische Oceaan mee. Er zijn zelfs miljoenen van die zaden die voortdurend met de oceaanstromen rond de aardbol drijven!

Is ons drijfzaad na zo’n lange en hachelijke reis nog steeds levensvatbaar? Wel, probeer eens de buitenschil met een vijl of zaag in te kerven, het liefst vlak bij de zaadnavel, het litteken op het zaad waar de zaadknop vastgehecht was. Plant het dan in een pot aarde, geef het water en zet de pot op een warme, zonnige plaats. Het zaad zal waarschijnlijk uitlopen.

Maar wat gebeurt er nu meestal met zaden die op stranden aanspoelen in de veel koudere Europese klimaten die niet zo ideaal zijn voor natuurlijke ontkieming? Een vinder bewaart ze misschien als souvenir, maar veel zaden worden verzameld en verkocht als curiositeit, of men maakt er in combinatie met schelpen of kralen een mooie ketting van. De zaden met de mooiste hartvorm zijn bij verzamelaars het meest gewild.

Noord-Europeanen gebruiken de hartvormige zaden — en de meer rechthoekige zaden van een nauw verwante soort — om er snuifdozen, lucifersdoosjes en medaillons van te maken. In Engeland zijn zulke zaden gebruikt als bijtring voor baby’s. Zeelieden gebruiken de zaden vaak als mascotte, redenerend dat als de zaden zo’n lange en gevaarlijke reis over de oceaan hebben kunnen maken, ze ook hun eigenaar wel kunnen beschermen.

Dus als u de volgende keer langs het strand wandelt, zoek dan eens goed tussen het zeewier en het drijfhout. Misschien vindt u dan ook wel zo’n exemplaar dat het ruime sop heeft gekozen.

[Illustratie op blz. 23]

De hangende peul kan wel twee meter lang worden

[Verantwoording]

Courtesy Jean-Jacques Segalen/ Barbadine.com

[Illustratie op blz. 23]

Halskettingen met drijfzaad