Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kamelen in de Andes?

Kamelen in de Andes?

Kamelen in de Andes?

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN PERU

KAMELEN in Zuid-Amerika? Dat klinkt misschien vreemd, omdat dit woestijndier gewoonlijk met Afrika of Azië wordt geassocieerd. Maar de kamelensoort die in Afrika en Azië wordt aangetroffen, is wel nauw verwant aan de lama’s in Zuid-Amerika. * In tegenstelling tot hun verre familieleden hebben lama’s echter geen bult. Bovendien zijn ze niet groter dan de gemiddelde mens en komen ze niet eens tot aan de schouder van een dromedaris of een kameel.

De beste plek om een glimp van een van de Zuid-Amerikaanse lama’s op te vangen, is in het Andesgebergte, vooral in Bolivia en Peru. Ze zijn ook in andere delen van Zuid-Amerika te vinden, zoals in Patagonië en Vuurland, in Argentinië en Chili.

Vooral de elegante tred en de snelheid van deze dieren zijn fascinerend. Net zo indrukwekkend is het gemak waarmee Zuid-Amerikaanse lama’s rotshellingen kunnen beklimmen. Bij elke stap wordt de schok opgevangen door speciale zoolkussens, die de ultramoderne sportschoenen van tegenwoordig in de schaduw stellen.

In de Andes groeit niet veel gras en de laag grond is vrij dun. Toch veroorzaken de Zuid-Amerikaanse lama’s met hun hoeven minder schade aan de grond dan paarden en muildieren. Bovendien zijn hun gebit en gehemelte zo gevormd dat ze bij het grazen de wortels van het gras niet beschadigen.

De meeste dieren kunnen op grote hoogten niet goed aarden. Maar de Zuid-Amerikaanse lama’s kunnen zich zelfs hoog in de Andes prima redden omdat ze heel veel rode bloedcellen hebben.

In gebieden waar geen brandhout te vinden is, gebruikt men in plaats daarvan de gedroogde uitwerpselen van de Zuid-Amerikaanse lama’s. En omdat wilde lama’s hun voedselgebieden afbakenen met hopen uitwerpselen, is het niet moeilijk om deze mestbrandstof te verzamelen. Mest hoeft in tegenstelling tot een boom niet te worden omgehakt en droogt snel in de droge lucht van de Andes.

Ooit werden lama’s bij religieuze rituelen gebruikt. De Chiribaya in het zuiden van Peru bijvoorbeeld hadden de gewoonte geofferde lama’s en alpaca’s onder de vloer van hun huizen te begraven. Historici zeggen dat er elke maanmaand op de Huayaca Pata, het grootste plein van Cuzco, honderd speciaal gefokte witte lama’s werden geofferd en dat er tijdens het Inti-Raymifeest kleinere aantallen als offer aan de zonnegod werden gebracht. Tegenwoordig worden lama’s zelden bij rituelen gebruikt, maar hun vlees, dat naar lamsvlees smaakt, wordt zeer gewaardeerd.

Lang voordat er koelkasten bestonden, conserveerden de Inka lamavlees door het te vriesdrogen, waarbij ze een goed gebruik maakten van de lage temperaturen en de lage luchtdruk in de Andes. Ze noemden dit gedroogde vlees ch’arki. Het Engelse woord hiervoor, jerky, is hiervan afgeleid.

Uiteraard moeten we deze mooie dieren niet alleen waarderen omdat ze zo nuttig zijn, maar ook omdat ze deel uitmaken van Gods prachtige schepping, die hem in al haar facetten looft! — Psalm 148:10, 13.

[Voetnoot]

^ ¶3 In Zuid-Amerika komen vier soorten voor die tot het geslacht Lama worden gerekend: alpaca, guanaco, lama en vicuña. Ze kunnen met elkaar kruisen en bastaardnakomelingen voortbrengen.

[Kader/Illustraties op blz. 16]

De guanaco — Een veerkrachtige en taaie schoonheid

Het lijkt misschien alsof dit schitterende, tengere dier in de watten moet worden gelegd. Maar guanaco’s zijn meestal te vinden in de ruigste streken, van de hoge Andes tot Patagonië en Vuurland, in het zuiden van Argentinië en Chili. In dit onherbergzame gebied eet de guanaco stengels en wortels en drinkt hij zelfs water dat van slechte kwaliteit is. Hij kan goed zwemmen en al rennend snelheden van wel 65 kilometer per uur bereiken. Zijn dikke wimpers beschermen zijn ogen tegen wind, zon en stof. Helaas is er door stropers gretig jacht op hem gemaakt vanwege zijn vlees, zijn vacht en zijn wol, die fijner is dan die van de alpaca.

[Verantwoording]

© Joe McDonald

[Kader/Illustratie op blz. 16]

De alpaca — Warm ingepakt

De alpaca, die in een streek leeft waar het meestal erg koud is en het verschil in temperatuur per dag wel 50 graden Celsius kan bedragen, loopt rond in een lange, dikke en ruwharige wollen trui. De zachte alpacawol is sterker dan schapenwol. Hoewel de alpaca met zijn spitse snuit best bij de halmen van het steppegras kan die in de smalle rotsspleten groeien, geeft dit schattige dier de voorkeur aan moerassige gebieden, waar sappige scheuten te vinden zijn. Net als andere lamasoorten kan hij het echter dagenlang zonder water stellen.

[Kader/Illustratie op blz. 17]

De vicuña — Luxueus gekleed

Hoewel de vicuña hoog in de Andes leeft waar de temperatuur meestal net boven het vriespunt ligt, is hij comfortabel gekleed in een korte, lichtgewicht jas van materiaal dat wordt gezien als de beste en fijnste dierlijke vezels ter wereld. Zijn wollen bef doet dienst als sjaal. Een volwassen vicuña levert nog geen kilo geschoren wol per twee jaar, dus deze luxe vezel is schaars — en duur. Eén meter fijne vicuñastof kan meer dan 2500 euro kosten.

In het Inkarijk was de vicuña bij de wet beschermd. Men vierde het vicuñascheerdersfeest, bekend als chaccu, en alleen het koningshuis had het voorrecht kleding te dragen die van vicuñavezels was gemaakt. Het chaccu-feest is een paar jaar geleden weer in ere hersteld en er zijn opnieuw wetten gekomen om deze diersoort tegen stropers te beschermen.

Als belangrijk onderdeel van het feest worden er wilde vicuña’s gevangen, met trechtervormige vallen die bij de opening zo’n 300 meter breed zijn. Hierna worden de vicuña’s geschoren en direct weer vrijgelaten.

[Verantwoording]

© Wilfredo Loayza/PromPerú

[Kader/Illustraties op blz. 17]

De lama — Werkpaard van de Andes

De lama is niet zo sterk als de ezel of zo snel als het paard, maar overtreft deze beide dieren wel als waardevol lastdier. Hij kan tot 60 kilo op zijn rug dragen. Als hij vindt dat zijn last te zwaar is, gaat hij gewoon liggen en verroert hij zich niet totdat de last naar zijn tevredenheid is verlicht. Als men probeert hem ergens toe te dwingen, kan hij voedsel uit de eerste van zijn drie magen opgeven en dat met een verbazingwekkende precisie en kracht uitspugen.

Toch zijn lama’s over het algemeen makke dieren, en een zachtaardige menner kan een lange karavaan van lama’s over onherbergzame hoogvlakten leiden waar andere lastdieren het gebrek aan zuurstof niet kunnen verdragen. Het uithoudingsvermogen van de lama in bergachtig gebied heeft ertoe geleid dat hij nu niet alleen in de Andes maar ook in de Italiaanse Alpen als lastdier wordt gebruikt. Zijn touw, tuig en deken zijn soms van zijn eigen wol gemaakt.

[Verantwoording]

© Anibal Solimano/PromPerú

[Illustratie op blz. 18]

Een pas geschoren alpaca

[Illustratie op blz. 18]

Een babylama met een kwast als oormerk

[Illustratieverantwoording op blz. 15]

Map: Mountain High Maps® Copyright © 1997 Digital Wisdom, Inc.; llamas: © Alejandro Balaguer/PromPerú