Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoe word ik een goede spreker?

Hoe word ik een goede spreker?

Jonge mensen vragen . . .

Hoe word ik een goede spreker?

„Ik dacht dat de mensen op elk foutje zaten te letten en merkten hoe onzeker ik was. Ik kon me niet concentreren op mijn toespraak. Ik dacht dat ze stiekem zaten te lachen.” — Sandy. *

DE ZAAL zit stampvol. Je naam wordt omgeroepen en plotseling zijn alle ogen op jou gericht. Die paar stappen naar het podium lijken wel een kilometer. Het zweet staat in je handen, je hebt knikkende knieën en om de een of andere reden is je mond kurkdroog. En dan, voordat je er iets aan kunt doen, loopt er een enorme druppel zweet langs je gezicht. Je schaamt je dood! Je weet dat je niet echt voor de leeuwen wordt gegooid, maar zo voelt het wel.

Het is waar: de meesten van ons zijn doodsbang om voor een groep te spreken (Jeremia 1:5, 6). Sommige mensen zijn zelfs minder bang om dood te gaan dan om in het openbaar te spreken! Maar hoe je er zelf ook over denkt, er zijn goede redenen om interesse te hebben voor het spreken in het openbaar. Laten we er eens een paar bekijken en zien hoe je een goede spreker kunt worden.

Wanneer je moet spreken

„Spreken in het openbaar is een vaardigheid die iedereen nodig heeft.” Dat zegt een advertentie voor een cursus spreken in het openbaar. En inderdaad, vroeg of laat kom je misschien voor een publiek te staan. Vaak wordt het spreken voor een groep al op school gestimuleerd. Een jonge vrouw die Tatiana heet, herinnert zich: „Ik moest op school vaak voor de klas spreken.” Van spreekbeurten en boekbesprekingen tot multimediapresentaties en discussies: regelmatig wordt het woord aan de leerlingen gegeven.

Als je straks een baan krijgt, moet je misschien een groep collega’s iets leren, een klant een zakelijk voorstel presenteren of een financieel verslag toelichten voor het bestuur. Eigenlijk is het bij heel wat banen handig als je een goede spreker bent, bijvoorbeeld in management en public relations maar ook in de journalistiek en de verkoop.

Maar als je nou lichamelijk of administratief werk wilt gaan doen? Dan nog zal bij je sollicitatie je spreekvaardigheid misschien bepalen of je wordt aangenomen of niet. Ook op je werk kan het in je voordeel zijn als je je goed kunt uiten. Corrine heeft drie jaar als serveerster gewerkt nadat ze haar opleiding had afgemaakt. Ze zegt: „Als je goed kunt spreken, zien mensen je als iemand die volwassen is en meer verantwoordelijkheid aankan. Het is zelfs mogelijk dat je een betere baan krijgt, meer gaat verdienen of op zijn minst meer respect krijgt.”

Ten slotte spreken jonge christenen ook nog vaak voor een groep als deel van hun aanbidding (Hebreeën 10:23). „Het is belangrijk om je duidelijk te kunnen uitdrukken”, zegt Taneisha. „We hebben het voorrecht het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken” (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). In de gemeente en in de prediking kunnen jonge christenen niet „ophouden te spreken over de dingen die [ze] gezien en gehoord hebben”. — Handelingen 4:20; Hebreeën 13:15.

Spreekvaardigheid kan dus op verschillende terreinen van pas komen. Toch zie je er misschien nog tegenop om voor een groep te moeten spreken. Kun je iets aan die spanning doen? Ja.

Je angst overwinnen

„Je hoeft niet briljant of perfect te zijn om te slagen”, zegt dr. Morton C. Orman, een professionele spreker en een deskundige op het gebied van stress. „Het doel van spreken in het openbaar is: je toehoorders iets waardevols meegeven.” Met andere woorden, concentreer je op wat je gaat zeggen, niet op jezelf of op je eigen angst. Sommigen in de eerste eeuw vonden dat de apostel Paulus niet zo’n vlotte spreker was, maar omdat hij altijd iets waardevols te zeggen had, was hij toch effectief (2 Korinthiërs 11:6). Ook jij zult je zenuwen makkelijker in bedwang kunnen houden als je iets presenteert wat inhoud heeft en waar je echt in gelooft.

Ron Sathoff, een andere bekende spreker en trainer, geeft de volgende tip: je moet je toespraak niet zien als een voorstelling, maar als een gesprek. Probeer dus contact te krijgen met je publiek, niet als geheel maar met personen afzonderlijk, zoals in een normaal gesprek. Toon echte „persoonlijke belangstelling” voor je publiek en spreek tot hen zoals je normaal ook praat (Filippenzen 2:3, 4). Hoe gewoner je het aanpakt, des te meer zul je op je gemak zijn.

Wat ook veel voorkomt, is dat mensen bang zijn dat ze voor schut zullen staan of kritiek zullen krijgen van het publiek. Lenny Laskowski, een professionele spreker en trainer, herinnert ons eraan dat een publiek meestal met een positieve instelling naar een presentatie luistert. „Ze hopen dat het goed gaat — niet dat het mislukt”, zegt Laskowski. Wees dus optimistisch. Probeer zo mogelijk een of twee toehoorders te begroeten wanneer ze aankomen. Zie ze niet als vijanden maar als vrienden.

Bedenk ook dat nerveus zijn niet alleen maar negatief is. „In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken,” zegt een deskundige, „is nervositeit goed voor jou en je presentatie.” Waarom? Omdat een beetje nervositeit toont dat je bescheiden bent, wat je helpt niet overmoedig te worden (Spreuken 11:2). Veel atleten, artiesten en acteurs vinden zelfs dat ze door een beetje adrenaline als gevolg van zenuwen beter presteren. Dat kan ook voor een spreker gelden.

Tips voor succes

Door onder andere de volgende suggesties toe te passen is het sommige jonge christenen al gelukt om wat ervaring te krijgen en succes te hebben als spreker op school, op het werk en in hun gemeenten. Kijk eens of een aantal van hun suggesties jou ook kunnen helpen.

Jade: „Presenteer het materiaal in je eigen woorden. Overtuig jezelf van de voordelen van wat je te zeggen hebt. Als jij je toespraak belangrijk vindt, dan zal je publiek dat ook vinden.”

Rochelle: „Mezelf op video opnemen heeft geholpen. Het is ontnuchterend maar nuttig. Probeer ook een onderwerp te kiezen dat je leuk vindt. Dat zal aan je toespraak te merken zijn.”

Margrett: „Ik heb gemerkt dat ik normaler praat en natuurlijker klink als ik een schema gebruik in plaats van alles woord voor woord op te schrijven. Ook word ik kalmer als ik diep ademhaal voordat ik ga praten.”

Corrine: „Je moet om jezelf kunnen lachen. Iedereen maakt fouten. Je moet gewoon je best doen.”

Net als in sport, kunst en muziek gaat er natuurlijk niets boven ervaring en veel oefenen. Tatiana adviseert om je toespraak lang genoeg van tevoren voor te bereiden, zodat je genoeg tijd hebt om te oefenen. En geef het niet op. „Hoe vaker ik voor een groep spreek,” zegt ze, „hoe meer ik op mijn gemak raak.” Maar er is nog een bron van hulp, die je niet moet vergeten, zeker niet als je ten behoeve van de ware aanbidding moet spreken.

Hulp van de Grote Communicator

Als jonge man had David, de toekomstige koning van Israël, al de reputatie een „intelligent spreker” te zijn (1 Samuël 16:18). Hoe kwam dat? Blijkbaar had David door middel van gebed een hechte band ontwikkeld met de Grote Communicator, Jehovah God, toen hij in zijn jeugd heel wat uurtjes onder de blote hemel doorbracht met het hoeden van schapen (Psalm 65:2). Door deze band kon hij later zelfs in moeilijke situaties duidelijk, krachtig en overtuigend spreken. — 1 Samuël 17:34-37, 45-47.

Je kunt er zeker van zijn dat God net zoals hij David heeft geholpen, ook jou zal helpen om als onderdeel van je aanbidding overtuigend te spreken. Hij zal je „de tong der onderwezenen” geven (Jesaja 50:4; Mattheüs 10:18-20). Benut dus gelegenheden om je spreekvaardigheid te verbeteren en ook jij zult een goede spreker worden!

[Voetnoot]

^ ¶3 Enkele namen zijn veranderd.

[Kader op blz. 18]

Opgeleid tot sprekers

In gemeenten van Jehovah’s Getuigen over de hele wereld is er een wekelijks bijbels onderwijsprogramma, namelijk de theocratische bedieningsschool. Leerlingen doen mee aan groepsbesprekingen, houden presentaties voor de gemeente en krijgen individuele hulp om vorderingen te maken. Werkt dat programma? De negentienjarige Chris vertelt zijn ervaring.

„Voordat ik op de theocratische school zat, voelde ik me heel slecht op mijn gemak bij mensen”, zegt hij. „Ik had nooit gedacht dat ik op een podium voor een publiek zou kunnen staan. Maar enkele mensen in de gemeente moedigden me aan en zeiden dat ze het zouden waarderen ook al zou ik de hele tijd alleen maar staan te stotteren, omdat ze wisten hoe moeilijk het voor me was om daar te staan. Na elke lezing prezen ze me. Dat heeft me heel erg geholpen.”

En nu, na vijf jaar op de school, bereidt Chris zich voor om zijn eerste lezing van 45 minuten te geven. Benut jij deze voorziening?

[Illustraties op blz. 16, 17]

Een goede spreker zijn, kan je op alle terreinen van het leven helpen