Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Waarom u spiritisme moet vermijden

Waarom u spiritisme moet vermijden

Waarom u spiritisme moet vermijden

INDIEN u is geleerd dat sommige vormen van spiritisme manieren zijn om in contact te treden met goede geesten, zal het u misschien verbazen te vernemen wat de bijbel over spiritisme zegt. Daarin lezen we bijvoorbeeld: „Wendt u niet tot de geestenmediums, en raadpleegt geen beroepsvoorzeggers van gebeurtenissen, zodat gij door hen onrein wordt.” — Leviticus 19:31; 20:6, 27.

De bijbel betitelt iemand die spiritisme beoefent zelfs als „iets verfoeilijks voor Jehovah” (Deuteronomium 18:11, 12). Waarom? Een nader onderzoek naar wat de bijbel over een belangrijk aspect van het spiritisme zegt — de beweerde communicatie met de doden — zal het antwoord op die vraag verschaffen.

Leven de doden voort?

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, leert Gods Woord, de bijbel, dat het voor mensen niet mogelijk is contact te hebben met beminden die gestorven zijn. Waarom niet? Nu, wil iemand met de doden kunnen praten, dan moeten de doden feitelijk in leven zijn. ’Iets’ moet er dan na de dood voortleven. Sommigen beweren dat de ziel voortleeft wanneer het lichaam sterft. Is dat waar?

Het bijbelverslag over de schepping van de mens zegt: „Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel” (Genesis 2:7). Blijkt daaruit niet dat de mens zelf een ziel is en dat hij geen onsterfelijke ziel heeft die na de dood van het lichaam voortleeft? De Schrift zegt zelfs: „De ziel die zondigt, díe zal sterven” (Ezechiël 18:4). „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust . . . Er is geen werk noch overleg noch kennis noch wijsheid in Sjeool”, het gemeenschappelijke graf van de mensheid. — Prediker 9:5, 10.

Volgens de bijbel is de ziel dus niet iets wat na de dood van het lichaam voortleeft en waarmee levende mensen daarna contact kunnen hebben. Hier volgen twee voorbeelden van gerespecteerde bijbelgeleerden die tot de conclusie zijn gekomen dat de ziel sterft. De Canadese theoloog Clark H. Pinnock heeft gezegd: „Dit denkbeeld [dat de menselijke ziel onsterfelijk is] heeft de theologie heel lang beïnvloed, maar is niet bijbels. De bijbel leert niet dat de ziel van nature onsterfelijk is.” In dezelfde zin verklaarde de Engelse geleerde John R. W. Stott: „De onsterfelijkheid — en dus de onvernietigbaarheid — van de ziel is een Grieks, niet een bijbels denkbeeld.”

Desondanks ontvangen mensen boodschappen en horen ze stemmen die van de doden afkomstig schijnen te zijn. Wie spreken er dan?

Contact met wie?

De bijbel verhaalt dat een onzichtbare geestelijke persoon zich van een slang bediende, ongeveer zoals een buikspreker een pop gebruikt, om met de eerste vrouw, Eva, in contact te treden en haar tot opstand tegen God te bewegen (Genesis 3:1-5). De bijbel noemt deze geestelijke persoon of engel „de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt” (Openbaring 12:9). Die persoon, Satan, slaagde erin andere engelen tot opstand over te halen (Judas 6). Deze goddeloze engelen worden demonen genoemd en zijn vijanden van God.

De bijbel maakt duidelijk dat demonen de macht hebben om invloed op mensen uit te oefenen (Lukas 8:26-34). Het is dan ook geen wonder dat Gods wet zegt: „Er dient onder u niemand te worden gevonden . . . die een geestenmedium of beroepsvoorzegger van gebeurtenissen raadpleegt, noch iemand die de doden ondervraagt. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah” (Deuteronomium 18:10-12). Welke gevaren kleven er aan het negeren van deze wet?

Iets wat koning Saul van het oude Israël meemaakte, verschaft het antwoord op die vraag. Gedreven door vrees voor zijn vijanden wist koning Saul een geestenmedium te vinden. Hij vroeg haar contact te zoeken met de overleden profeet Samuël. Toen Saul het geestenmedium een oude man hoorde beschrijven, nam hij aan dat die verschijning Samuël was. En welke boodschap ontving Saul? Israël zou in de hand van vijanden worden gegeven en Saul en zijn zoons zouden bij „Samuël” zijn, wat erop duidde dat zij zouden sterven (1 Samuël 28:4-19). Hoe reageerde God op Sauls besluit een geestenmedium te raadplegen? De Schrift vertelt ons: „Saul [stierf] wegens zijn ontrouw . . . en ook omdat hij een geestenmedium ter raadpleging ondervraagd had” (1 Kronieken 10:13). Wat een hoge prijs moest hij betalen!

Ook in deze tijd stellen personen die aan spiritisme doen zich aan groot gevaar bloot. De bijbel waarschuwt dat „degenen die spiritisme beoefenen”, „de tweede [of eeuwige] dood” zullen sterven (Openbaring 21:8; 22:15). Het is dus duidelijk dat het verstandig en levensreddend is om alle vormen van spiritisme te vermijden.

Hoe goddeloze geesten te weerstaan

Stel nu dat u reeds betrokken bent geraakt bij spiritisme, wat dan? Dan zult u er goed aan doen onmiddellijk stappen te nemen om uzelf en uw gezin te beschermen tegen het kwaad dat goddeloze geesten aanrichten. Welke stappen? Ter illustratie: Hoe beschermt iemand zijn huis en gezin tegen ongedierte? Na het uit zijn huis verwijderd te hebben, ontdoet hij het huis van dingen die het ongedierte aantrekken. Hij smeert scheuren dicht en verstevigt de muren om het binnendringen van ongedierte te verhinderen, en als de ongedierteplaag aanhoudt, kan hij de hulp van plaatselijke instanties inroepen bij de bestrijding ervan.

Een soortgelijke benadering kan u helpen weerstand te bieden aan goddeloze geesten en u ervan te bevrijden. Sta eens stil bij het voorbeeld van de eerste-eeuwse christenen in Efeze die spiritisme beoefenden voordat ze christenen werden. Nadat ze besloten hadden met het spiritisme te breken, namen ze drie stappen om zich te beschermen tegen de met ongedierte te vergelijken aanvallen van goddeloze geesten. Wat deden ze?

De eerste stap

De bijbel bericht: „Vrij velen van hen die magische kunsten hadden beoefend, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze ten aanschouwen van iedereen” (Handelingen 19:19). Door hun boeken over waarzeggerij te vernietigen, gaven die nieuwe christenen allen die in deze tijd goddeloze geesten willen weerstaan het goede voorbeeld. Ontdoe u van alle voorwerpen die met spiritisme te maken hebben. Daartoe behoren alle boeken, tijdschriften, stripalbums, video’s, posters, materiaal uit elektronische bronnen en muziekopnamen waaraan een spiritistisch tintje zit, evenals amuletten of andere voorwerpen die ter „bescherming” worden gedragen. — Deuteronomium 7:25, 26; 1 Korinthiërs 10:21.

Een man in Zuid-Amerika die tientallen jaren diep in het spiritisme verwikkeld was geweest, nam deze schriftuurlijke raad ter harte. „Op een dag”, zo vertelt hij, „deponeerde ik alles wat ik aan spiritistische spullen had voor mijn deur, pakte een bijl en hakte ze aan stukken.” Vervolgens verbrandde hij alles tot er niets meer van over was. Daarna maakte hij goede geestelijke vorderingen en het duurde niet lang of hij werd een ijverige prediker in een van de gemeenten van Jehovah’s Getuigen.

Toch is die eerste stap niet voldoende. Waarom niet? Omdat nog enkele jaren nadat die christenen in Efeze hun boeken over magie hadden vernietigd, de apostel Paulus schreef: „Onze strijd is . . . tegen de goddeloze geestenkrachten” (Efeziërs 6:12). De demonen hadden het niet opgegeven. Ze probeerden hun nog steeds de baas te worden. Wat moesten die christenen nog meer doen?

De tweede stap

Paulus gaf de eerste-eeuwse Efeziërs de dringende raad: „Doet de volledige wapenrusting van God aan, opdat gij pal kunt staan tegen de listen van de Duivel” (Efeziërs 6:11, voetnoot). Die raad gaat in onze tijd nog steeds op. Zo ongeveer als de man die probeert het ongedierte uit zijn huis te houden, moet de christen zijn met een muur te vergelijken verdediging verstevigen om buiten het bereik van goddeloze geesten te blijven. Wat houdt die tweede stap in?

„Neemt bovenal”, zo benadrukt Paulus, „het grote schild des geloofs op, waarmee gij alle brandende projectielen van de goddeloze zult kunnen blussen” (Efeziërs 6:16). Dat schild is absoluut noodzakelijk. Hoe vaster uw geloof, des te krachtiger zal uw weerstand tegen goddeloze geestenkrachten zijn. — Mattheüs 17:20.

Hoe kunt u uw beschermende verdediging dan verstevigen? Door met uw studie van de bijbel door te gaan. In welk opzicht houdt bijbelstudie verband met geloof? Nu, net zoals de stevigheid van een muur voor een groot deel afhangt van de sterkte van zijn fundament, hangt de vastheid van iemands geloof grotendeels af van de sterkte van de basis ervan. Wat is die basis?

Nauwkeurige kennis van Gods Woord. De apostel Paulus legt uit: „Het geloof [volgt] op hetgeen wordt gehoord. En hetgeen wordt gehoord, is op zijn beurt door middel van het woord omtrent Christus” (Romeinen 10:17). We nodigen u uit een van Jehovah’s Getuigen om een gratis bijbelstudie te vragen, op een tijd en plaats die u schikt. Zo’n studie zal versterkend zijn voor uw geloof (Romeinen 1:11, 12; Kolossenzen 2:6, 7). Het resultaat? Weldra zal uw geloof een bolwerk worden dat als een schild zal dienen tegen de invloed van goddeloze geesten. — Psalm 91:4; 1 Johannes 5:5.

Wat is de derde stap die de christenen in Efeze moesten nemen?

De derde stap

In het oude Efeze hadden de pasbekeerde gelovigen stappen genomen om goddeloze geesten te weerstaan, maar die christenen woonden nog in een stad die vergeven was van demonisme. Ze hadden verdere bescherming nodig. Toen de apostel Paulus aan medegelovigen schreef, vertelde hij hun dan ook wat ze moesten doen: Blijft „met elke vorm van gebed en smeking bij elke gelegenheid in geest . . . bidden. En blijft daartoe wakker met alle standvastigheid en met smeking ten behoeve van alle heiligen.” — Efeziërs 6:18.

Het staat vast dat intens en voortdurend bidden om Jehovah’s bescherming een noodzakelijke doorslaggevende stap was en nog steeds is om tegen goddeloze geesten beschermd te worden. En het is vertroostend te weten dat Jehovah uw oprechte smekingen zal verhoren door u zijn bescherming te geven, waartoe de steun van zijn engelen behoort (Psalm 34:7; 91:2, 3, 11, 14; 145:19). Het is dan ook zeer belangrijk voortdurend tot God te bidden: „Bevrijd ons van de goddeloze.” — Mattheüs 6:13; 1 Johannes 5:18, 19.

Antônio, een voormalig geestenmedium in Brazilië, ging de waarde van gebed inzien. Nadat hij een bijbelstudie had aanvaard en Gods naam, Jehovah, had leren kennen, ging hij intens tot Jehovah God bidden om hulp om met het spiritisme te breken. Terugkijkend zegt hij: „Tot Jehovah bidden is een toevlucht gebleken voor mij en vele anderen die vroeger door goddeloze geesten in slavernij werden gehouden.” — Spreuken 18:10.

Het kan u gelukken

Het is van wezenlijk belang dat u, na Jehovah te hebben leren kennen, ten volle op hem vertrouwt, u onderwerpt aan zijn gezag en zijn geboden gehoorzaamt. Als u dat doet zal hij u, wanneer u hem aanroept om hulp en daarbij zijn naam gebruikt, bescherming bieden. Antônio ontving die bescherming. Tegenwoordig is hij een christelijke ouderling in een van de gemeenten van Jehovah’s Getuigen in São Paulo en is hij dankbaar dat hij de waarheid heeft gevonden die hem vrij heeft gemaakt. — Johannes 8:32.

Net als Antônio en duizenden andere voormalige spiritisten die nu Jehovah God dienen, kan het u gelukken met het spiritisme te breken. Doe daarom voorwerpen weg die met spiritisme te maken hebben, maak uw geloof sterk door bijbelstudie en bid om Jehovah’s bescherming. Neem die stappen — uw leven hangt ervan af!

[Inzet op blz. 5]

Volgens de bijbel kunnen de levenden niet in contact treden met de doden

[Illustratie op blz. 6]

1. Doe alle voorwerpen weg die met spiritisme te maken hebben

[Illustratie op blz. 7]

2. Blijf de bijbel bestuderen

[Illustratie op blz. 8]

3. Bid intens en vaak