Psalmen 126:1-6

Een lied van de opgangen.* 126  Toen Jehovah de gevangenen van Sion terugbracht,+dachten we dat we droomden.   Gelach vulde onze mond,onze tong brak uit in gejuich.+ Onder de volken werd gezegd: ‘Jehovah heeft grote dingen voor hen gedaan.’+   Jehovah heeft grote dingen voor ons gedaan,+we zijn overgelukkig.   Breng de gevangenen terug,* Jehovah,als stromen in de Ne̱geb.*   Wie zaaien met tranen,zullen oogsten met gejuich.   Wie op weg gaat, al is het huilend,terwijl hij een zak zaad draagt,zal juichend terugkomen+en zijn schoven dragen.+

Voetnoten

Of ‘herstel’.
Of ‘wadi’s in het zuiden’.

Aantekeningen

Media