Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zijn het gouden jaren?

Zijn het gouden jaren?

Zijn het gouden jaren?

HET is een ijzige wintermorgen in Soweto (Zuid-Afrika) en de klok wijst half zeven. Evelyn * moet uit bed zien te komen. In haar huis zonder centrale verwarming is dat een ware kwelling.

Voorzichtig en met veel pijn schuift ze haar artritische knieën over de rand van het bed. Even blijft ze zo zitten. De pijn in haar benen ebt langzaam weg. Dan zet ze zich schrap en staat op. Ze kreunt van de pijn. Met haar handen op haar heupen strompelt ze langzaam naar de badkamer, als ’een sprinkhaan die zich voortsleept’. — Prediker 12:5. *

’Zo, dat is weer gelukt!’, zegt Evelyn tegen zichzelf. Ze is niet alleen weer wakker geworden, ze heeft ook haar pijnlijke lichaam gemobiliseerd.

Maar ze zit met nog iets anders. „Ik ben bang dat mijn verstand me in de steek zal laten”, zegt ze. Af en toe is ze haar sleutels kwijt, maar haar geest is nog scherp. Ze zegt: „Ik bid maar dat ik niet gek word, zoals sommige oude mensen.”

In haar jonge jaren dacht Evelyn nooit aan de oude dag. Maar plotseling schijnen de jaren voorbijgevlogen te zijn en nu herinnert haar lichaam haar er voortdurend aan dat ze 74 is.

Sommigen die er beter aan toe zijn dan Evelyn en die betrekkelijk weinig last hebben van een ernstige ziekte of van stress, kunnen hun latere jaren gemakkelijk als gouden jaren bezien. Net als de patriarch Abraham bereiken ze misschien „een gezegende ouderdom, oud en voldaan” (Genesis 25:8). Anderen beleven „slechte dagen” en kunnen alleen maar zeggen: „Ik kan niet meer genieten van het leven.” — Prediker 12:1, Groot Nieuws Bijbel.

Hoe beziet u de oude dag? Wat zijn enkele problemen waarmee de ouderen te maken krijgen? Is mentale aftakeling onafwendbaar wanneer men op leeftijd raakt? Wat kan er worden gedaan ter bevordering van de gemoedsrust in de ’gouden jaren’?

[Voetnoten]

^ ¶2 Enkele namen in deze serie zijn veranderd.

^ ¶3 Deze passage uit het oude bijbelboek Prediker wordt al lang bezien als een poëtische beschrijving van de ongemakken van het ouder worden, die van groot inzicht getuigt.