Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Tot nut van de maatschappij

Tot nut van de maatschappij

Tot nut van de maatschappij

DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN SPANJE

AL EEUWENLANG hebben Spaanse steden grond toebedeeld voor religieuze gebouwen. Stadsbestuurders waren van mening dat religie goed was voor de inwoners. Omdat het katholicisme de staatsreligie was, werden gemeentelijke gronden van oudsher bijna alleen aan de Katholieke Kerk geschonken. Maar de tijden zijn veranderd.

In 1980 luidde een Spaanse wet die godsdienstvrijheid waarborgde: „Geen enkele religie zal de officiële staatsgodsdienst zijn.” Dat heeft sommige stedelijke functionarissen ertoe gebracht het werk van Jehovah’s Getuigen in het openbaar te erkennen. Als blijk van die erkenning hebben ze grond geschonken voor de bouw van Koninkrijkszalen.

Verscheidene gemeenteraadsleden hebben de mening geuit dat zulke schenkingen verdiend zijn wegens „de educatieve aard van het werk [van de Getuigen]” en ook wegens het „openbare en sociale nut ervan”. Andere hebben melding gemaakt van „de opmerkenswaardige aanwezigheid van Jehovah’s Getuigen in de stad” en van „hun werk zonder winstgevend doel”.

Veel van de Koninkrijkszalen zijn binnen 48 uur opgetrokken met een speciale bouwmethode die door bouwploegen van Getuige-vrijwilligers wordt toegepast. De burgemeester van La Línea, in het zuidwesten van Spanje, merkte op: „Ik ben erg onder de indruk van de onzelfzuchtigheid van de vrijwilligers, en ik vind dat ze onze steun verdienen. We hebben in de verdeelde wereld van vandaag meer mensen met een dergelijke houding nodig.” Hij noemde de nieuwe Koninkrijkszaal „een monument voor de geest van samenwerking”.

Ook buren hebben deze gemeenschapszin opgemerkt. Tijdens de bouw van een dubbele Koninkrijkszaal in Vitoria in Noord-Spanje, zei Marian, die in de omgeving woont: „Als iedereen dit soort liefde zou tonen, zouden de problemen waarmee we in deze tijd te maken hebben, verdwenen zijn.” Na te hebben toegekeken hoe het gebouw werd opgetrokken, riep een plaatselijke architect uit: „Ik zou een van Jehovah’s Getuigen willen zijn om jullie vreugde te kunnen ervaren!”

In de stad Zaragoza, in het noordwesten van Spanje, schonken functionarissen de Getuigen een stuk grond van 600 vierkante meter. Een plaatselijke krant beschreef het bouwterrein als „een mierennest van Jehovah’s Getuigen, waar honderden miertjes samenwerken”. De buren gaven de werkers een hartelijk welkom. Een van hen zei: „De pastoors hebben me mijn geloof doen verliezen, maar jullie hebben het me teruggegeven.”

Getuigen zijn dankbaar voor de hulp van buren en ook van plaatselijke autoriteiten bij de bouw van hun plaatsen van aanbidding. Ze zijn vastbesloten hun Koninkrijkszalen te gebruiken voor het beste educatieve werk voor de maatschappij — het prediken en onderwijzen van Gods Woord.

[Illustratie op blz. 31]

La Línea (Cádiz, Spanje)