Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Religies in Assisi op zoek naar vrede

Religies in Assisi op zoek naar vrede

Religies in Assisi op zoek naar vrede

„Nooit meer geweld! Nooit meer oorlog! Nooit meer terrorisme! In de naam van God, moge elke religie gerechtigheid en vrede op aarde brengen, vergevensgezindheid en leven, liefde!” — Paus Johannes Paulus II.

ASSISI (ITALIË), 24 januari 2002 — Vertegenwoordigers van de georganiseerde religies van de wereld waren bijeen om te bidden voor de vrede, een vrede die bedreigd werd door terrorisme, onverdraagzaamheid en onrecht. De bijeenkomst was zo’n twee maanden na het instorten van de Twin Towers in New York door de paus aangekondigd. Veel religieuze leiders aanvaardden de uitnodiging van het Vaticaan met enthousiasme.

Tweemaal eerder — in 1986 en in 1993 — had de paus opgeroepen tot een gebedsdag in diezelfde Italiaanse stad. * Meer dan duizend journalisten uit de hele wereld kwamen verslag doen van de bijeenkomst in 2002. In de gebeden voor de vrede waren veel religies vertegenwoordigd — die van de christenheid (katholieken, lutheranen, anglicanen, orthodoxen, methodisten, baptisten, pinkstergelovigen, mennonieten, quakers en anderen), de islam, het hindoeïsme, het confucianisme, de sikh-religie, het jainisme, de Tenrikyo-religie, het boeddhisme, het judaïsme, de traditionele Afrikaanse religies, het shintoïsme en het zoroastrisme. Er waren ook afvaardigingen van andere religies aanwezig, alsmede een vertegenwoordiger van de Wereldraad van Kerken.

Verklaringen ten gunste van de vrede

De dag begon om 8.40 uur, toen de „vredestrein” van het kleine station van Vaticaanstad vertrok. De trein bestond uit zeven comfortabele wagons en werd ter bescherming door twee helikopters geëscorteerd. Een reis van twee uur bracht de paus en de andere religieuze leiders in Assisi. De beveiliging was streng — er waren ongeveer duizend politieagenten op de been.

De religieuze leiders kwamen bijeen op een oud plein dat met een reusachtig scherm was overdekt. Daaronder zaten de religieuze afgevaardigden op een groot rood V-vormig podium, met de zetel van de paus in het midden. Naast het podium stond een olijfboom — een symbool van vrede. Voor het podium zat een publiek van meer dan tweeduizend zorgvuldig uitgekozen gasten. De voorste rij werd bezet door enkele van Italiës hoogste staatsfunctionarissen. Grote koren zongen tussen de toespraken door lofzangen op de vrede. In andere delen van de stad droegen duizenden mensen, voornamelijk jongeren, anti-oorlogleuzen in verschillende talen en zongen liederen over vrede. Velen droegen olijftakken.

Nadat de paus op het podium had plaatsgenomen, heette hij de leden van de verschillende religieuze delegaties welkom. Na het zingen van een lied in het Latijn, gebaseerd op Jesaja 2:4 — waar over een tijd wordt geprofeteerd dat ’natie tegen natie geen zwaard zal opheffen’ — legde een tiental afgevaardigden, elk in hun karakteristieke religieuze kleding, plechtige verklaringen af ten gunste van de vrede. Hier volgen enkele voorbeelden.

„Op dit historische moment heeft de mensheid er behoefte aan gebaren van vrede te zien en woorden van hoop te horen.” — Kardinaal François Xavier Nguyên Van Thuân.

God „is geen God van oorlog en strijd maar een God van vrede”. — Oecumenisch patriarch Bartholomaios I.

„Religieuze verschillen moeten [mensen] er niet toe brengen degenen die anders zijn te negeren of zelfs te haten.” — Dr. Setri Nyomi, Wereldbond van Hervormde (Gereformeerde) Kerken.

„Gerechtigheid en broederliefde zijn de twee onmisbare pijlers van ware vrede onder mensen.” — Hoofdman Amadou Gasseto, vertegenwoordiger van de traditionele Afrikaanse religies.

„Alleen vrede is heilig, oorlog nooit!” — Andrea Riccardi, Katholieke Kerk.

Sommige afgevaardigden erkenden dat religies een zware verantwoordelijkheid dragen omdat ze tot onverdraagzaamheid en oorlog hebben aangezet. De vertegenwoordiger van de Lutherse Wereldfederatie zei dat de wereld „geschokt [was] door de felheid van de haatgevoelens die door religieus fundamentalisme worden aangewakkerd”. Een vertegenwoordiger van het judaïsme zei: „Religies hebben tot talloze afgrijselijke en bloedige oorlogen aangezet.” Een hindoe-afgevaardigde verklaarde: „Het is in de geschiedenis herhaaldelijk voorgekomen dat mensen die zich als redder van religie opwierpen, religie gebruikten om macht uit te oefenen en verdeeldheid te zaaien.”

Na terrorisme en oorlog plechtig te hebben veroordeeld, trokken de delegaties zich elk op de hun toegewezen plaats terug om tot hun respectieve godheden te bidden voor de vrede.

Gebeden voor de vrede

De vertegenwoordigers van de religies van de christenheid baden gezamenlijk in de benedenkerk van de basiliek San Francesco, vlak bij de crypte waaraan de kerk haar naam te danken heeft. De plechtigheid begon met een „aanroepen van de Drie-eenheid” door de paus en drie andere afgevaardigden. De gebeden werden afgewisseld door liederen en smekingen waarin de vrede werd verheerlijkt, alsook met het lezen van gedeelten uit de bijbel over hetzelfde thema. In een van de gebeden werd om het tot stand brengen van „een onverdeeld geloof” gevraagd. Tot slot van de ceremonie zongen de deelnemers het Onze Vader in het Latijn, gebaseerd op Mattheüs hoofdstuk 6 vers 9 tot 13.

Tegelijkertijd baden afgevaardigden van andere religieuze groeperingen op andere plaatsen. In een op Mekka gerichte hal riepen de moslims, geknield op kleden, Allah aan. De zoroastriërs, die naast de jaina’s en de confucianisten baden, ontstaken een heilig vuur. De afgevaardigden die de traditionele Afrikaanse religies vertegenwoordigden, baden tot de geesten van hun voorouders. De hindoes vroegen hun goden om vrede. Allen smeekten tot hun godheden volgens hun eigen rituelen.

Een gezamenlijke belofte om zich voor de vrede in te zetten

De delegaties kwamen opnieuw onder het scherm bijeen voor het slot van de ceremoniën. Plechtig deelden monniken brandende lampen — die de hoop op vrede voorstelden — aan de afgevaardigden uit. Het was een schilderachtig tafereel. Vervolgens lazen de verschillende leden van de delegaties een gezamenlijke belofte voor om zich voor de vrede in te zetten, waarbij ieder een andere verklaring deed.

„Vrede stichten vereist het liefhebben van de naaste.” — Oecumenisch patriarch Bartholomaios I.

„Geweld en terrorisme zijn onverenigbaar met de ware geest van religie.” — Dr. Konrad Raiser, afgevaardigde van de Wereldraad van Kerken.

„Wij verplichten ons ertoe mensen respect en achting voor elkaar bij te brengen.” — Bhai Sahibji Mohinder Singh, vertegenwoordiger van de sikh-religie.

„Vrede zonder gerechtigheid is geen ware vrede.” — De orthodoxe bisschop Vasilios.

Tot slot las de paus de woorden voor die in de inleiding van dit artikel staan. Als besluit van deze interreligieuze bijeenkomst omarmden de afgevaardigden elkaar als symbool van vrede. Zorgvuldig gekozen, welsprekende woorden gingen vergezeld van uiterlijk vertoon. Maar wat was de reactie op deze indrukwekkende gebeurtenis?

’Als woorden worden gevolgd door daden’

De kranten en de televisie juichten het initiatief van de paus toe. Sommigen noemden de paus zelfs de „woordvoerder van heel de christenheid”. De Vaticaanse krant L’Osservatore Romano bestempelde de dag in Assisi als een „mijlpaal op weg naar het scheppen van een beschaving van vrede”. De krant Corriere dell’Umbria had als kop „Assisi richt de schijnwerper op vrede”.

Niet alle waarnemers waren zo enthousiast. Sommigen uitten zich sceptisch omdat de mensheid ondanks eerdere gebedsdagen voor de vrede in 1986 en 1993, nog steeds geteisterd wordt door oorlogen in naam van religie. Godsdiensthaat heeft in Oeganda, het voormalige Joegoslavië, Indonesië, Pakistan, het Midden-Oosten en Noord-Ierland tot bloedige slachtingen geleid.

De Italiaanse krant La Repubblica merkte op dat sommige critici de bijeenkomst afdeden als „niets dan een show”. Een lid van het Europees Parlement zei dat religieuze mensen om de vrede te bevorderen „het Evangelie in praktijk moeten brengen” — dat wil zeggen, zich moeten houden aan de woorden „hebt uw vijanden lief, keer de andere wang toe”. Dat is volgens hem iets wat „niemand doet”.

De voorzitter van de joodse gemeenschappen in Italië zei: „Het zal goed zijn te zien wat er nu gebeurt, dat wil zeggen, als woorden worden gevolgd door concrete daden en werkelijke verandering.” De vertegenwoordigster van de boeddhisten in Italië uitte zich in soortgelijke bewoordingen; ze zei dat men „ervoor [moest] zorgen dat smeekbeden voor de vrede niet slechts goede bedoelingen blijven”. Een journalist die voor het Italiaanse blad L’Espresso schrijft, suggereerde dat de bijeenkomst in Assisi voor de religies van de christenheid die daar vertegenwoordigd waren, nog een ander doel diende. Hij noemde het „een coalitie van verzet tegen religieuze onvrede, ongedisciplineerdheid en ongelovigheid” alsook een poging om het „krachtige proces van secularisatie” te bestrijden waardoor Europa ondanks zijn „christelijke geschiedenis” geteisterd wordt.

Tot de scherpere critici van de bijeenkomst behoorden de traditionalistische katholieken, die vrezen voor de verwatering van hun kerkleer. In een televisie-interview wees Vittorio Messori, een bekend katholiek schrijver, op het risico dat de bijeenkomst in Assisi de verschillen tussen de religies zou kunnen vervagen. Natuurlijk hadden de kerkelijke autoriteiten voorzorgsmaatregelen genomen om de indruk te vermijden dat men religies aan het vermengen was. De paus zelf legde een verklaring af om zulke beschuldigingen te weerleggen. Toch scheen voor velen alleen al de aard van de bijeenkomst te suggereren dat de verschillende religies gewoon verschillende manieren vertegenwoordigen om dezelfde hogere macht te benaderen.

Religie en vrede

Wat kunnen de georganiseerde religies echter doen om vrede te bewerkstelligen? Sommige mensen vinden alleen de vraag al ironisch, want religies schijnen eerder oorlogen te veroorzaken dan te voorkomen. Historici hebben beschreven hoe wereldlijke machten religie hebben gebruikt om tot oorlog aan te zetten. Maar de vraag rijst: waarom hebben de religies zich laten gebruiken?

Op zijn minst de religies van de christenheid hebben een heilig gebod dat hen had kunnen helpen de schuld te vermijden waarmee oorlogvoering gepaard gaat. Jezus verklaarde dat zijn volgelingen „geen deel van de wereld” zouden zijn (Johannes 15:19; 17:16). Als de religies van de christenheid zich aan deze woorden hadden gehouden, zouden ze zich niet verenigd hebben met de politieke machten en zouden ze hun legers en oorlogen niet goedgekeurd en gezegend hebben.

Ja, om in overeenstemming te leven met de mooie woorden die in Assisi gesproken zijn, zouden de religieuze leiders zich op een afstand moeten houden van politieke machten. Bovendien zouden ze hun aanhangers de wegen van vrede moeten onderwijzen. Historici merken echter op dat er onder de mensen die zich aan het geweld in de wereld schuldig maken, heel veel zijn die in God geloven — of dat althans zeggen. Onlangs stond in een redactioneel krantenartikel: „Niet lang na 11 sept. krabbelde iemand deze ijzingwekkend veelzeggende woorden op een muur in Washington D.C.: ’Lieve God, red ons van de mensen die in u geloven.’”

Ondanks al het uiterlijk vertoon in Assisi bleven enkele moeilijke vragen onbeantwoord. Maar misschien is er voor veel religieuze mensen geen belangrijker — of kwellender — vraag dan deze: waarom heeft God tot dusver kennelijk geweigerd de gebeden voor de vrede die door de religies van de wereld zijn opgezonden, te verhoren?

[Voetnoot]

^ ¶4 Zie de Ontwaakt! van 8 juni 1987 voor meer informatie over de gebedsdag voor de vrede in 1986.

[Illustratie op blz. 7]

Afgevaardigden met brandende lampen — een symbool van de hoop op vrede

[Verantwoording]

AP Photo/Pier Paolo Cito

[Illustratieverantwoording op blz. 5]

AP Photo/Pier Paolo Cito