Denk na over je publiek. Sta tijdens je voorbereiding stil bij de problemen waarmee ze te maken hebben. Probeer je voor te stellen hoe ze zich voelen.

Kies je woorden zorgvuldig. Doe moeite om je publiek op te bouwen, te troosten en te sterken. Vermijd woorden die onnodig kwetsend zouden kunnen zijn. Praat niet neerbuigend over mensen die geen Getuigen zijn en ook niet over wat ze in alle oprechtheid geloven.

Toon interesse. Laat door een vriendelijke stemklank en passende gebaren merken dat je echt om mensen geeft. Wees je bewust van je gezichtsuitdrukking; glimlach vaak.