Chēth

Chēth

[ח].

De achtste letter van het Hebreeuwse alfabet. Deze letter is de scherpste keelklank en komt overeen met de „ch”-klank in het Nederlandse woord „ach”. In het Hebreeuws begint elk vers in de achtste strofe van Psalm 119 (vs. 57-64) met deze letter.

In dit werk wordt de chēth getranscribeerd met ch om een sterke aspiratie aan te duiden.