Timgad: Een verborgen stad vol geheimen
DE ontdekkingsreiziger kon zijn ogen niet geloven. Daar, half begraven in het zand van de Algerijnse woestijn, stond een Romeinse triomfboog! Toen de Schot James Bruce in 1765 deze ontdekking deed, besefte hij niet dat hij boven op de ruïnes van de grootste Romeinse nederzetting van Noord-Afrika stond. Het was de oude stad Thamugadi, nu Timgad genoemd.
Ruim een eeuw later, in 1881, begonnen Franse archeologen met het blootleggen van de goed bewaard gebleven overblijfselen van Timgad. Ze ontdekten dat de inwoners ervan in deze dorre en onvruchtbare omgeving toch een heel comfortabel en luxe leven hadden geleid. Maar waarom zouden de Romeinen op zo’n locatie een welvarende kolonie stichten? En wat kunnen we leren van het verhaal van deze oude stad en haar inwoners?
EEN GEHEIME POLITIEKE AGENDA
Toen de Romeinen in de eerste eeuw v.Chr. hun macht in Noord-Afrika uitbreidden, stuitten ze op hevige tegenstand van sommige nomadenstammen. Hoe zouden de Romeinen de rust in het gebied kunnen herstellen? In eerste instantie bouwden soldaten van het derde legioen van Augustus veel vestingen en wachtposten in het uitgestrekte bergland in wat nu het noorden van Algerije is. Later bouwden ze de stad Timgad, maar met een heel ander doel.
Officieel stichtten de Romeinen Timgad voor veteranen, maar eigenlijk bouwden ze de stad om het verzet van de stammen in het gebied te breken. Hun plan werkte. Het luxe leven in Timgad werd al snel heel aantrekkelijk voor de mensen in de omgeving, die er hun producten kwamen verkopen. Maar in Timgad mochten alleen Romeinse burgers wonen. Dus dienden veel Noord-Afrikanen vrijwillig voor een periode van 25 jaar in het Romeinse legioen om het Romeinse staatsburgerschap voor zichzelf en hun zoons te verkrijgen.
Sommige Noord-Afrikanen wilden meer dan alleen het Romeinse staatsburgerschap en slaagden er uiteindelijk zelfs in een hoge positie in Timgad of andere koloniale steden te bemachtigen. Het subtiele plan van de Romeinen om de plaatselijke bevolking op te nemen in hun samenleving had zo veel succes dat Timgad amper vijftig jaar na zijn stichting voornamelijk bewoond werd door Noord-Afrikanen.
HOE ROME DE BEVOLKING VOOR ZICH WIST TE WINNEN
Hoe wisten de Romeinen de inheemse bevolking zo snel voor zich te winnen? Ten eerste promootten ze gelijkheid onder burgers — een principe dat onderwezen werd door Cicero, een Romeins politicus. Het land werd eerlijk verdeeld onder Romeinse veteranen en burgers van Afrikaanse afkomst. De indeling van de stad was goed doordacht, met huizenblokken van twintig bij twintig meter, gescheiden door smalle straten. Ongetwijfeld maakten zulke eerlijke en ordelijke regelingen het zeer aantrekkelijk om in die stad te wonen.
Zoals in veel Romeinse steden ontmoetten de inwoners elkaar op drukke marktdagen op het forum om het laatste nieuws te horen of om spelletjes te spelen. De bewoners van het nabijgelegen dorre bergland zullen er vast over gefantaseerd hebben hoe ze op een hete, droge dag door de schaduwrijke zuilengalerijen liepen, of zich heerlijk ontspanden in een van de vele gratis badhuizen. Misschien zagen ze zich al zitten rond verkoelende fonteinen, terwijl ze gezellig met vrienden praatten. Van zo’n leven konden ze alleen maar dromen.
Ook het openluchttheater was een belangrijke troef bij het bespelen van het volk. Er waren ruim 3500 zitplaatsen voor de rumoerige menigten uit Timgad en omliggende plaatsen. Het publiek werd er getrakteerd op platvloerse toneelstukken waarin vaak seksuele immoraliteit of geweld voorkwam, het type amusement waar de Romeinen van hielden.
En dan was er nog de Romeinse godsdienst. De vloeren en muren van badhuizen waren rijkelijk gedecoreerd met kleurrijke mozaïeken van taferelen uit de Romeinse mythologie. Omdat het bezoeken van badhuizen een belangrijke plek innam in het dagelijks leven, raakten de inwoners geleidelijk bekend met de Romeinse goden en religie. De pogingen om de Noord-Afrikanen te laten opgaan in de Romeinse cultuur waren zo effectief dat grafzuilen vaak versierd werden met triaden van zowel inheemse als Romeinse goden.
DE PRACHTIGE STAD RAAKT IN DE VERGETELHEID
Nadat de stad in 100 n.Chr. door keizer Trajanus was gesticht, werd in heel Noord-Afrika de productie van graan, olijfolie en wijn gestimuleerd. Het gebied werd al snel een voorraadschuur voor Rome. Net als andere koloniale steden floreerde Timgad onder het bestuur van de Romeinen. Langzaam maar zeker steeg het inwonersaantal, en de stad breidde zich tot ver buiten haar muren uit.
De inwoners van de stad en de grondbezitters verdienden veel aan de handel met Rome, maar slechts een klein gedeelte van de opbrengsten ging naar de boeren. In de derde eeuw leidden maatschappelijk onrecht en torenhoge belastingen tot opstand onder de kleine boeren. Sommigen die katholiek waren geworden, sloten zich aan bij de donatisten — een religieuze groepering die in opstand kwam tegen het verval binnen de katholieke kerk. — Zie het kader „De donatisten: Geen ’zuivere kerk’”.
Door eeuwen van religieuze conflicten, burgeroorlogen en aanvallen door barbaren, verloren de Romeinen steeds meer terrein in Noord-Afrika. Tegen de zesde eeuw werd Timgad platgebrand door Arabische stammen in de omgeving, en uiteindelijk raakte de stad meer dan duizend jaar in de vergetelheid.
„DAT IS HET ECHTE LEVEN!”
Archeologen werden verrast door een Latijnse inscriptie op het forum van Timgad: „Jagen, baden, spelen, lachen — dat is het echte leven!” Een Frans historicus zei dat hierin „een filosofie doorklinkt waaruit misschien niet veel ambitie blijkt, maar die door sommigen toch wordt beschouwd als de ultieme levenswijsheid”.
Dat was de manier van leven die de Romeinen eeuwenlang nastreefden. De apostel Paulus, die in de eerste eeuw leefde, sprak over mensen die als motto hadden: „Laat ons dan eten en drinken, want morgen sterven wij.” Hoewel de Romeinen gelovig waren, leefden ze voor het moment, zonder al te veel na te denken over een hoger levensdoel. Paulus waarschuwde christenen voor zulke mensen. Hij zei: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Korinthiërs 15:32, 33).
Hoewel de inwoners van Timgad zo’n 1500 jaar geleden leefden, is er sinds die tijd niet veel veranderd. Veel mensen leven alleen in het hier en nu. Ze vinden de Romeinse kijk op het leven niet meer dan logisch en maken zich geen zorgen over de gevolgen. Maar de Bijbel geeft een duidelijk en realistisch beeld: „Het toneel van deze wereld is bezig te veranderen.” Daarom wordt ons aangeraden „er niet ten volle gebruik van [te] maken” (1 Korinthiërs 7:31).
De ruïnes van Timgad bewijzen dat het opvolgen van een oude inscriptie die eeuwenlang in het Noord-Afrikaanse zand begraven was, niet leidt tot een gelukkig en zinvol leven. Wat een verschil met de raad uit de Bijbel, die wel gelukkig maakt: „De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid” (1 Johannes 2:17).