Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wees op uw hoede voor misleiding

Wees op uw hoede voor misleiding

Wees op uw hoede voor misleiding

DON QUICHOT is een bekende fictieve figuur, gecreëerd door de zestiende-eeuwse Spaanse schrijver Miguel de Cervantes in zijn klassieke roman met die naam. In die roman vult Don Quichot zijn geest met legenden en fabels over dappere ridders in glanzende wapenrusting die jonkvrouwen in nood te hulp snellen. Al gauw gaat hij geloven dat ook hij een adellijke ridder is. In een beroemde episode valt hij een groep windmolens aan die hij voor een groep gevaarlijke reuzen aanziet. Hij is er zelf van overtuigd dat hij Gods belangen dient door die reuzen te doden, maar hij maakt zich volkomen belachelijk.

Natuurlijk is Don Quichot slechts fictie, maar misleid zijn is zelden zo onschuldig. Denk bijvoorbeeld eens aan de alcoholist die gelooft dat hij zo veel kan drinken als hij wil, maar uiteindelijk zijn gezondheid en zijn gezinsleven geruïneerd heeft. Of denk aan de arme stakker die aan anorexia lijdt en het idee heeft dat ze goed gevoed en gezond is maar zichzelf in feite langzaam uithongert, met de dood als gevolg.

Zou een van ons het slachtoffer van misleiding kunnen worden? Helaas luidt het antwoord ja. Aan dat gevaar staan we werkelijk allemaal bloot. En dat geldt ook voor de mogelijkheid dat we in verband met onze kostbaar geachte religieuze overtuigingen misleid zijn, met misschien wel rampzalige gevolgen. Hoe dat zo? Hoe kunt u zich beschermen tegen misleiding?

Het gevaar van misleiding

Misleiden komt erop neer iemand iets wat onwaar of ongegrond is als waar of steekhoudend te laten accepteren, iemand een onjuiste gedachte of mening aan te praten die onwetendheid, verwarring of hulpeloosheid teweegbrengt. De basisgedachte is net als bij woorden als bedriegen en wijsmaken, iemand op slinkse manieren op een dwaalspoor brengen. Iemand die zich er niet van bewust is dat hij in een toestand van onwetendheid, verwarring of hulpeloosheid wordt gehouden doordat hij opzettelijk onjuist geïnformeerd is, verkeert beslist in groot gevaar.

Het droevigste is nog dat de persoon die wordt misleid, heel vaak geneigd is aan zijn mening vast te houden ondanks krachtige bewijzen voor het tegendeel. Het kan zijn dat hij emotioneel zo aan zijn overtuiging gehecht is geraakt dat hij eenvoudig zijn ogen en oren sluit voor alles wat die overtuiging aan het wankelen zou kunnen brengen.

Verkeren we in gevaar?

Misschien vindt u het wel wat overdreven om te zeggen dat we allemaal het gevaar lopen op het punt van onze religieuze overtuiging misleid te worden. Dat is het zeker niet, en wel omdat Satan de Duivel, die door Jezus „de vader van de leugen” werd genoemd, eropuit is ons allemaal te misleiden (Johannes 8:44). Satan wordt in de Bijbel ook aangeduid als „de god van dit samenstel van dingen”. Hij heeft in de loop van de tijd miljoenen mensen geestelijk verblind (2 Korinthiërs 4:4). Ook nu ’misleidt hij de gehele bewoonde aarde’ (Openbaring 12:9).

Direct al aan het begin van de menselijke geschiedenis begon Satan de mensheid te misleiden. Zo maakte hij Eva wijs dat ze zich niet aan de wetten van haar Schepper hoefde te houden en dat ze „als God [kon] zijn, kennend goed en kwaad”, dat wil zeggen zelf kon beslissen wat goed en wat kwaad was (Genesis 3:1-5). Dat was de eerste grove misleiding, want hoewel mensen de vrijheid hadden gekregen om te kiezen wat ze zouden doen, werden ze niet geschapen met het vermogen zelf te bepalen wat juist en wat verkeerd is. Alleen God zelf heeft als Schepper en Soeverein dat recht en die autoriteit (Jeremia 10:23; Openbaring 4:11). Wat een misvatting te geloven dat het recht om te kiezen tussen goed en kwaad neerkomt op het recht om te bepalen wat goed en wat kwaad is! Het is helaas een strik waarin wij, onvolmaakte mensen, makkelijk belanden.

Zou het u kunnen overkomen?

Het kan zijn dat de religieuze overtuigingen die u lief zijn al eeuwen bestaan en van generatie op generatie zijn doorgegeven. Dat wil echter nog niet zeggen dat ze waar zijn. Waarom niet? Omdat uit het Bijbelverslag blijkt dat er kort na de dood van Christus’ apostelen bedriegers in de christelijke gemeente opstonden die „verdraaide dingen” spraken „om de discipelen achter zich aan te trekken” (Handelingen 20:29, 30). Ze waren heel bekwaam in het misleiden van mensen „met overredende argumenten” en „door middel van de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen” (Kolossenzen 2:4, 8).

Is het nu anders? Niet echt, want de apostel Paulus waarschuwde dat de situatie zou verergeren in „de laatste dagen”, de tijd waarin we nu leven. „Goddeloze mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger voortgaan,” schreef hij, „terwijl zij misleiden en worden misleid [of: „het zijn bedriegers die bedrogen worden”, Willibrordvertaling]” (2 Timotheüs 3:1, 13).

Het is dan ook verstandig om de waarschuwing die Paulus gaf serieus te nemen: „Wie daarom denkt te staan, moet oppassen dat hij niet valt” (1 Korinthiërs 10:12). Paulus sprak daar over iemands positie bij God, hoe hij er bij God voor staat. In feite is het op zich al een grote misvatting te denken dat Satan u nooit kan misleiden. Absoluut niemand is immuun voor Satans „listen” (Efeziërs 6:11, vtn.). Daarom uitte de apostel betreffende zijn medechristenen de vrees dat „op de een of andere wijze, zoals de slang door haar listigheid Eva verleid heeft, [hun] geest verdorven zou kunnen worden en zou afwijken van de oprechtheid en de eerbaarheid die de Christus toekomen” (2 Korinthiërs 11:3).

Hoe kunt u het voorkomen?

Hoe kunt u dan voorkomen dat u door Satan misleid wordt? Hoe kunt u er zeker van zijn dat u ’God met geest en waarheid aanbidt’? (Johannes 4:24) Gebruik wat Jehovah God u heeft gegeven. Allereerst heeft hij u het verstandelijke vermogen gegeven om waarheid van bedrog te onderscheiden (1 Johannes 5:20). Hij heeft het u ook mogelijk gemaakt vast te stellen wat Satans bedoelingen zijn (2 Korinthiërs 2:11). In feite heeft hij u alles gegeven wat u nodig hebt om Satans pogingen om u te misleiden te verijdelen (Spreuken 3:1-6; Efeziërs 6:10-18).

Het belangrijkste van alles is dat God u een onfeilbaar middel heeft verschaft om uzelf te behoeden. Wat dan wel? Hetzelfde waarop de apostel Paulus zijn vriend Timotheüs aanmoedigde te vertrouwen als het om geloofszaken ging. Na de waarschuwing voor „goddeloze mensen en bedriegers” gegeven te hebben, zei Paulus tegen Timotheüs dat hij zich tegen hen moest weren door alles wat hij geloofde te baseren op „de heilige geschriften”, dat wil zeggen op Gods heilige Woord, de Bijbel (2 Timotheüs 3:15).

Natuurlijk zullen sommigen zeggen dat iedereen die in God gelooft en de Bijbel als Zijn geïnspireerde Woord aanvaardt, misleid is. Maar in werkelijkheid zijn de slachtoffers van misleiding juist degenen die koppig alle bewijzen negeren die aantonen dat er een Schepper bestaat en dat de Bijbel echt Gods geïnspireerde Woord is (Romeinen 1:18-25; 2 Timotheüs 3:16, 17; 2 Petrus 1:19-21). *

Gebruik Gods Woord om vast te stellen wat de waarheid is in plaats van u te laten misleiden door „valselijk zo genoemde ’kennis’” (1 Timotheüs 6:20, 21). Wees als de ’edel van geest’ genoemde mannen en vrouwen tot wie de apostel Paulus in Berea predikte. Ze „namen het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan”. Ze hechtten niet alleen enthousiast geloof aan wat Paulus hun leerde, maar ’onderzochten ook dagelijks zorgvuldig de Schriften of deze dingen zo waren’ (Handelingen 17:11).

U hebt niets te vrezen als u uw overtuiging op die manier onderzoekt. De Bijbel moedigt u in feite aan ’u van alles te vergewissen’ voordat u het als waar aanvaardt (1 Thessalonicenzen 5:21). Tegen het einde van de eerste eeuw gaf de apostel Johannes zijn medechristenen de dringende raad: „Geliefden, gelooft niet elke geïnspireerde uiting, maar beproeft de geïnspireerde uitingen om te zien of ze uit God voortspruiten” (1 Johannes 4:1). Ook al lijkt een bepaalde leerstelling ’geïnspireerd’ te zijn — van God te komen — het is toch verstandig om de Schriften te onderzoeken om daar zeker van te zijn voordat u die leerstelling als waar aanvaardt (Johannes 8:31, 32).

Breng wat u leert in praktijk

Er wordt echter nog iets meer van u verlangd. De discipel Jakobus schreef: „Wordt (...) daders van het woord en niet alleen hoorders, door uzelf met valse overleggingen te bedriegen” (Jakobus 1:22). Het is niet voldoende te weten wat de Bijbel leert. U moet het in praktijk brengen. Hoe? Door te doen wat God gebiedt en de dingen te laten die hij verbiedt.

Neem nu bijvoorbeeld het morele verval overal om ons heen. Bewijst dat niet hoezeer Satan erin is geslaagd mensen wijs te maken dat ze Gods morele wetten ongestraft kunnen negeren? Met het oog daarop gaf de apostel Paulus christenen deze onverbloemde waarschuwing: „Wordt niet misleid: God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Galaten 6:7).

Wees niet als de ’dwaze man’ van wie Jezus zei dat hij zijn woorden ’hoorde en ze niet deed’. Net als Cervantes’ Don Quichot, die misleid werd door zijn eigen levendige fantasie, liet die man zich misleiden door het idee dat hij een stevig, veilig huis kon bouwen op een wankel, onvast fundament van zand. Wees in plaats daarvan als de man die „zijn huis op de rots bouwde”. Jezus noemde die man „beleidvol” omdat hij Jezus’ woorden ’hoorde en ze deed’ (Mattheüs 7:24-27).

[Voetnoot]

^ ¶18 Zie voor verdere details de boeken Is er een Schepper die om u geeft? en De bijbel — Gods woord of dat van mensen?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

[Kader/Illustratie op blz. 12, 13]

Niet alles is wat het lijkt

In de jaren dertig van de vorige eeuw tekende en publiceerde de Zweedse kunstenaar Oscar Reutersvärd een reeks zogeheten onmogelijke figuren. Links ziet u daar een modern voorbeeld van. Op het eerste gezicht lijken die tekeningen geloofwaardig te maken wat duidelijk ingaat tegen alle regels van het gezonde verstand. Bekijkt u ze echter beter, dan zult u beseffen dat het door de kunstenaar bedachte knappe trucs zijn om de kijker in verwarring te brengen of te misleiden.

Onmogelijke figuren zijn niet de enige dingen die anders lijken dan ze zijn. Zo’n tweeduizend jaar geleden waarschuwde de Bijbel: „Past op: misschien zal iemand u als zijn prooi wegdragen door middel van de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen, overeenkomstig de elementaire dingen van de wereld en niet overeenkomstig Christus” (Kolossenzen 2:8).

Wat kracht bijzet aan deze waarschuwing, is dat de schrijver van die woorden zelf het slachtoffer van misleiding was geweest. Als iemand die onderricht was aan de voeten van een van de beroemdste godsdienstleraren van zijn tijd en die connecties had in de hogere kringen, was hij zeker niet het type dat gemakkelijk te misleiden was (Handelingen 22:3).

Deze man, Saulus van Tarsus, was wijsgemaakt dat iedereen die zijn religieuze tradities en gebruiken niet deelde, vervloekt was. Daartoe gemachtigd door de Joodse religieuze leiders beschouwde hij het als zijn door God gegeven plicht om iedereen te vervolgen die weigerde het christelijke geloof te verzaken. Hij hechtte zelfs zijn goedkeuring aan de moord op een van zijn landgenoten die onterecht van godslastering beschuldigd was (Handelingen 22:4, 5, 20).

Na verloop van tijd werd Saulus geholpen het onderscheid te zien tussen wat juist en wat verkeerd is, tussen wat God goedkeurt en wat Hij afkeurt. Toen deze ijverige man eenmaal besefte dat hij het bij het verkeerde eind had, ging hij een heel ander leven leiden en kwam hij bekend te staan als Paulus, een apostel van Jezus Christus. Hij was niet langer het slachtoffer van misleiding en vond de ware aanbidding (Handelingen 22:6-16; Romeinen 1:1).

Net als Paulus zijn veel oprechte mensen eens misleid door leringen die met onmogelijke figuren te vergelijken zijn: overtuigingen die plausibel lijken maar niet op Gods Woord gebaseerd zijn (Spreuken 14:12; Romeinen 10:2, 3). Op een gegeven moment werden ze geholpen de waarheid ten aanzien van de leringen en de vruchten van hun godsdienst in te zien (Mattheüs 7:15-20). Naarmate ze nauwkeurige kennis van de Bijbel kregen, brachten ze veranderingen in hun overtuiging en leefwijze aan om Gods goedkeuring te genieten.

Bent u bereid het voorbeeld van de apostel Paulus te volgen en uw overtuiging te onderzoeken in het licht van Gods Woord, de Bijbel? Jehovah’s Getuigen zullen u daar graag bij helpen.

[Illustratieverantwoording op blz. 10]

Engravings by Doré