Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Zal de aarde blijven bestaan?

Zal de aarde blijven bestaan?

Veelgestelde vragen

Zal de aarde blijven bestaan?

Onze planeet Aarde zal niet door een ramp vernietigd worden. Waarom kunnen we daar zeker van zijn? Omdat God belooft dat de aarde „tot onbepaalde tijd, of voor eeuwig, niet aan het wankelen [zal] worden gebracht” (Psalm 104:5). „Generaties gaan, generaties komen,” zegt de Bijbel, „maar de aarde blijft altijd bestaan.” — Prediker 1:4, De Nieuwe Bijbelvertaling.

In Psalm 104:5 wordt de bestendigheid van de aarde beklemtoond door twee woorden die in het oorspronkelijke Hebreeuws van die tekst worden gebruikt: ʽōlam voor „onbepaalde tijd” en ʽadh voor „voor eeuwig”. ʽŌlam kan met „vele jaren” of „permanent” worden vertaald. Volgens Harkavy’s Students’ Hebrew and Chaldee Dictionary betekent ʽadh „duur, eeuwigdurendheid, eeuwigheid, voor eeuwig”. Deze twee Hebreeuwse woorden laten zien dat de bestendigheid van de aarde dubbel zeker is. Sta eens stil bij nog drie op de Bijbel gebaseerde redenen om te geloven dat de aarde eeuwig zal blijven bestaan.

Ten eerste heeft God de aarde gemaakt om door mensen bewoond te worden, om een weelderig, wereldomvattend paradijs van verrukking te zijn, geen woestenij. Jesaja 45:18 beschrijft Jehovah als „de Schepper van de hemelen, Hij, de ware God, de Formeerder van de aarde en de Maker ervan, Hij, die haar stevig heeft bevestigd, die haar niet louter voor niets heeft geschapen, die haar geformeerd heeft om ook bewoond te worden”.

Ten tweede heeft God beloofd dat mensen die ervoor kiezen hem te gehoorzamen, eeuwig in vrede op deze aarde zouden wonen. Micha 4:4 belooft: „Zij zullen werkelijk ieder onder hun wijnstok en onder hun vijgenboom zitten, en er zal niemand zijn die hen doet beven; want het is de mond van Jehovah der legerscharen die het heeft gesproken.” Het is dus Gods voornemen dat de aarde eeuwig blijft als woonplaats van de mensheid; anders zouden zijn beloften geen enkele waarde hebben. — Psalm 119:90; Jesaja 55:11; 1 Johannes 2:17.

Ten derde heeft God de zorg voor de aarde aan de mens toevertrouwd. „Wat de hemel betreft, aan Jehovah behoort de hemel toe, maar de aarde heeft hij aan de mensenzonen gegeven”, zegt Gods Woord (Psalm 115:16). Kunt u zich voorstellen dat een liefdevolle vader zijn kind een prachtig geschenk geeft en vervolgens van gedachten verandert en het vernielt? Natuurlijk niet! Net zomin zal Jehovah iets dergelijks doen met de aarde en haar bewoners, want „God is liefde”. — 1 Johannes 4:8.

Jezus Christus gaf met betrekking tot de uitspraken van zijn Vader de verzekering: „Uw woord is waarheid” (Johannes 17:17). En God, die niet kan liegen, belooft: „De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” — Psalm 37:29; Titus 1:2.

[Illustratieverantwoording op blz. 31]

Globe: Based on NASA photo