NICARAGUA wordt vaak het land van meren en vulkanen genoemd. Het land heeft het grootste meer van Midden-Amerika: het Meer van Nicaragua. Inheemse stammen noemden het Cocibolca, wat ‘zoete zee’ betekent. In het meer liggen honderden eilanden en het is het enige zoetwatermeer met zeedieren als haaien, zwaardvissen en tarpons.

In Nicaragua ligt ook een van de meest geïsoleerde gebieden van Midden-Amerika: de Costa de Mosquitos, een strook land van 65 kilometer die langs de oostkust tot in het buurland Honduras loopt. De Miskito (andere spelling van Mosquito) zijn een inheems volk dat al in Nicaragua woonde toen de Europeanen daar in de zestiende eeuw aankwamen.

De Miskito hebben een sterke onderlinge band en bijzondere gewoonten. Hun taal heeft bijvoorbeeld geen officiële aanspreektitels als ‘meneer’ of ‘mevrouw’. Op het platteland spreken ze mensen die ouder zijn aan met ‘oom’ of ‘tante’, ook als ze geen familie zijn. Een gewoonte die de Miskito al heel lang  hebben, is dat een vrouw goede vrienden en familie begroet door met haar eigen wang de wang van de ander aan te raken. De vrouw die het initiatief nam voor de begroeting ademt dan in door haar neus.