Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De macadamianoot — Een Australische lekkernij

De macadamianoot — Een Australische lekkernij

De macadamianoot — Een Australische lekkernij

DE botanicus Walter Hill keek geschrokken naar zijn jonge assistent. De jongen had zojuist noten gegeten van een pas ontdekte boomsoort die in de subtropische regenwouden van het zuidoosten van Queensland (Australië) groeide. Hill had gehoord dat de noten giftig waren. Maar de jongen, die de noten erg lekker vond, werd niet ziek en viel ook niet dood neer. Dus nam Hill er zelf eentje en ook hij vond de smaak heerlijk. Kort daarna begon hij macadamiazaailingen uit te delen aan vrienden en botanici over de hele wereld. *

Nu, zo’n 150 jaar later, zijn macadamianoten over de hele wereld geliefd, en terecht. Het tijdschrift Chronica Horticulturae legt uit: „De macadamia wordt beschouwd als een van de lekkerste noten ter wereld vanwege zijn unieke, verfijnde smaak, zijn fijne knapperige structuur en warme roomkleur.” Geen wonder dat macadamianoten het meest winstgevende inheemse voedingsgewas van Australië zijn!

Moeilijk te kraken

De groenblijvende macadamiabomen groeien aan de subtropische oostkust van Australië. Twee van de negen soorten brengen eetbare noten voort die bestaan uit een vezelige bolster, een bruine ronde dop en een roomkleurige kern ter grootte van een knikker.

De harde dop is moeilijk te kraken. * De Aboriginals gebruikten er stenen voor. De fruitteler John Waldron gebruikte een hamer en een aambeeld. Met dit eenvoudige gereedschap kraakte hij in een periode van vijftig jaar zo’n acht miljoen noten. Konden de noten niet machinaal gekraakt worden? De eerste ontwerpen voor een notenkraakmachine waren niet bruikbaar omdat ze vaak de kern van de noot beschadigden. Maar na verloop van tijd kwamen er machines die bruikbaarder waren.

Een ander probleem had te maken met de vermeerdering van de bomen. Noten van goede bomen brachten als ze geplant werden vaak nakomelingen van slechte kwaliteit voort, en pogingen om de bomen te enten mislukten. Door die moeilijkheden stagneerde de commerciële kweek, althans, totdat de Hawaiianen het probleem aanpakten. Zij zorgden voor de benodigde doorbraak. Daardoor was al gauw 90 procent van de macadamianotenopbrengst in de wereld afkomstig uit Hawaii. Het wekt dan ook geen verbazing dat de noten Hawaiiaanse noten werden genoemd.

In de jaren zestig gingen ook Australische kwekers zich serieus bezighouden met het commercieel verbouwen van de macadamia en daarbij deden ze hun voordeel met wat er in Hawaii was geleerd. Daardoor groeide de plaatselijke bedrijfstak dusdanig dat 50 procent van de macadamianoten ter wereld nu uit Australië komt. De noten worden ook gekweekt in Afrika, Azië en Midden-Amerika.

Een bezoek aan een Australische plantage

Ontwaakt! bezocht Andrew, die vlak bij de plaats Lismore (New South Wales) macadamianoten kweekt. „We planten om de paar rijen een andere macadamiasoort om kruisbestuiving te bevorderen”, legt hij uit. Zo’n 80 procent van de vele miljoenen bomen die in Australië zijn geplant, zijn geregistreerde variëteiten die door Hawaiiaanse kwekers zijn geselecteerd. Australische kwekers gebruiken nu echter genetisch materiaal van wilde macadamia’s om betere plaatselijke variëteiten voort te brengen.

In de bomen zien we honderden noten als balletjes tussen het dichte gebladerte bungelen. De noten worden in zes maanden rijp en vallen dan op de grond. We zien dat in een paar van die noten gaatjes zitten. Andrew legt uit: „Ratten kunnen binnen acht seconden door een dop heen knagen. Wilde zwijnen zijn ook gek op macadamianoten.” Iets verderop blijft hij even staan om tegen een half onder de aarde bedolven noot te schoppen. „Dat scheelt weer drie cent”, zegt hij met een grijns. Veel boeren oogsten de noten met een speciale machine met een trommel en korte plastic grijpers waarmee gevallen noten worden opgeraapt. De noten worden dan van hun bolster ontdaan en gesorteerd, waarna ze naar een fabriek worden gebracht om te worden gepeld en gecontroleerd alvorens ze naar de afnemers worden vervoerd.

Smakelijk en gezond

Als we aan het eind van de rondleiding op een paar noten knabbelen, smaakt het volle, zachte aroma naar meer. Maar zijn macadamianoten eigenlijk gezond? Het oliegehalte van de noot (voornamelijk enkelvoudig onverzadigde vetten of goede vetten) „ligt meestal boven de 72 procent, en dat is het hoogste van alle oliehoudende noten”, zegt een informatieblad dat de Australische regering over de macadamianotenteelt heeft opgesteld. Volgens recente onderzoeken kan matige consumptie van de noot zelfs het gehalte aan schadelijk LDL-cholesterol en triglyceriden in het bloed verminderen en de bloeddruk verlagen.

Sommige mensen houden van macadamianoten in chocola, koekjes of ijs. Andere vinden het heerlijk om de noten geroosterd, gezouten of gewoon zo te eten. Wat iemands voorkeur ook is, de meeste mensen krijgen er geen genoeg van.

[Voetnoten]

^ ¶2 Jaren eerder hadden de ontdekkingsreizigers Cunningham (1828) en Leichhardt (1843) macadamianoten verzameld, maar die exemplaren waren in de opslag verdwenen en nooit beschreven. In 1857 gaf een collega van Hill, de botanicus Ferdinand von Mueller uit Melbourne, de soort de naam Macadamia, naar zijn goede vriend, de arts John Macadam.

^ ¶6 Vermalen macadamiadoppen zijn zo hard dat ze heel geschikt zijn voor de fabricage van industrieel schuurpapier.

[Kader op blz. 23]

DOPPEN ALS BRANDSTOF VOOR EEN ELEKTRICITEITSCENTRALE

De keiharde macadamiadoppen hebben een warmtegevend vermogen dat in de buurt komt van dat van bruinkool. Eén Australische energieleverancier gebruikt de doppen daarom om elektriciteit op te wekken voor de fabriek waar de noten worden verwerkt en voor het elektriciteitsnet. De centrale is het eerste Australische project waarbij voor het opwekken van energie afvalstoffen worden gebruikt, en de capaciteit ervan kan nog behoorlijk worden opgevoerd naarmate meer telers brandstof leveren.

[Illustraties op blz. 23]

Australische kwekers planten elk jaar duizenden nieuwe bomen

[Illustratieverantwoording op blz. 23]

All photos pages 22 and 23: Australian Macadamia Society