Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

DEEL 7

Welke hoop is er op toekomstig geluk?

Welke hoop is er op toekomstig geluk?

„Gelukkig is de man die niet in de raad der goddelozen heeft gewandeld, (...) maar zijn lust is in de wet van Jehovah, (...) en al wat hij doet, zal gelukken.” — PSALM 1:1-3.

DOOR de eeuwen heen hebben nadenkende mensen zich afgevraagd: wat zal de toekomst ons en de hele mensheid brengen?

Hoe komt bij het antwoord God in beeld?

Alleen God kan ons over onze toekomst informeren, en dat heeft hij ook gedaan. Van wat hij ons vertelt, kunnen we op aan. Hij zegt: „Mijn woord dat uit mijn mond uitgaat, (...) zal niet zonder resultaten tot mij terugkeren” (Jesaja 55:11).

Verwacht God van ons dat we zelf onze problemen oplossen?

De geschiedenis laat zien dat de inspanningen van de mens om zonder Gods leiding te leven, geen geluk hebben opgeleverd. Waarom niet? We zijn niet geschapen om onafhankelijk van God te leven, net zomin als kleine kinderen een goed leven kunnen hebben zonder leiding van hun ouders. De profeet Jeremia erkende: „Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten” (Jeremia 10:23).

Natuurlijk verwacht God van ons dat we ons best doen om met de problemen van het leven om te gaan, maar veel van die problemen kunnen wij niet oplossen. Daarom wil hij dat we op hem bouwen en niet op onszelf. Als we dat doen zal het resultaat positief zijn. „Sla in al uw wegen acht op [God], en híȷ́ zal uw paden recht maken” (Spreuken 3:6).