Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Uw koninkrijk kome”!

„Uw koninkrijk kome”!

Hoofdstuk 1

„Uw koninkrijk kome”!

1. Wat zou Gods koninkrijk voor u betekenen, als het spoedig de hier afgebeelde omstandigheden zou bewerkstelligen?

ZELDEN zijn woorden uit een gebed vaker herhaald dan de woorden hierboven. Misschien hebt u die dit leest, dat gebed ook wel geuit. En dat wij Gods koninkrijk nodig hebben, is zeker! Wat geweldig zou het zijn te leven onder de omstandigheden die op deze bladzijden staan afgebeeld! En dat is de hoop die Gods koninkrijk ons biedt: Overal op aarde zal vrede en harmonie heersen. De mensenrassen zullen verenigd zijn door banden van echte liefde. Iedereen zal behagen scheppen in produktief werk en genieten van de vruchten van zijn arbeid. De lucht zal vervuld zijn van de muziek van de schepping en van het gezang en gelach van gelukkige mensen. Er zal een gezonde wereldomvattende mensenmaatschappij zijn, waarin niemand meer oud of ziek wordt. En wat een genot zich in vrede met de dieren te verheugen, de geur van bloemen te ruiken en de schoonheid van kleurrijke landschappen en steeds wisselende jaargetijden te zien! Ja, zoals wij zullen zien, heeft God beloofd dat dit alles, en nog veel meer, voor onze aarde verwezenlijkt zal worden wanneer Gods koninkrijk eenmaal gekomen zal zijn.

2, 3. Welke veranderingen die zich in de laatste jaren hebben voorgedaan, beklemtonen de noodzaak van Gods koninkrijk?

2 Nu ziet het er echter heel anders uit, want wij maken tijden mee die in de bijbel worden beschreven als ’moeilijk om door te komen’ (2 Timótheüs 3:1). Dat hebt u ongetwijfeld zelf wel ondervonden. Velen die deze bladzijden zullen lezen, hebben geliefden verloren in de oorlogen en andere gewelddaden van deze eeuw. Toch zijn de natiën in de koortsachtigste bewapeningswedloop aller tijden gewikkeld. En ze beschikken reeds over ruimschoots voldoende wapens om de gehele mensheid te vernietigen.

3 Ook andere problemen, heel dicht bij huis, baren ons zorgen. Daar overvallen, moorden en verkrachtingen schrikbarend toenemen, vinden velen van ons het zelfs gevaarlijk zich op straat te begeven. En horen wij niet van meer echtscheidingen, uiteengevallen gezinnen en misdadigheid dan voorheen? In dit tijdperk van vrije seks en drugverslaving zijn velen bang om hun kinderen naar school te sturen. Als u in een omgeving of in een land woont waar dergelijke problemen zich nog niet voordoen, kunt u werkelijk dankbaar zijn!

4, 5. (a) Welke andere problemen zijn van invloed op ons leven? (b) Welke tendensen in de wereld tonen aan dat het dringend noodzakelijk is dat ’Gods koninkrijk komt’?

4 Hoeveel kost het tegenwoordig niet om eten op tafel te brengen? En om in een auto te kunnen rijden? Terwijl de prijzen van voedsel en brandstof omhoogvliegen, werpt de wankele wereldsituatie haar onheilspellende schaduwen vooruit. Waar gaat het met onze wereld heen? Een bericht in de U.S. News & World Report van 4 augustus 1980 onderstreepte de ernst van de crisis. Daarin stond: „Tenzij er ingrijpende nieuwe stappen worden ondernomen, zal de wereld over twintig jaar een smerige, onstabiele planeet zijn met miljarden arme mensen die vechten om schaarse, hooggeprijsde bestaansmiddelen. Die waarschuwing werd na beëindiging van een driejarige studie op 24 juli door een presidentiële commissie geuit.” Deze studie onthulde onder meer dat de wereldbevolking tegen het jaar 2000 de 6,3 miljard zal bereiken, dat — inflatie buiten beschouwing gelaten — de voedselprijzen zullen verdubbelen, dat woestijnen zich zullen uitbreiden en bossen verdwijnen, en dat minstens de helft van de oliebronnen die de wereld heeft, uitgeput zal zijn. Dat is te zeggen, als het huidige stelsel nog zo lang blijft bestaan!

5 Wat hebben afzonderlijke natiën, of zelfs de Verenigde Naties, aan deze crisis kunnen doen? Tot dusver heel weinig. Het toont allemaal aan hoe dringend wij Gods koninkrijk nodig hebben!

WAT IS DAT KONINKRIJK?

6. Waarom zou ons slechts een teleurstelling wachten als Gods koninkrijk zich alleen in het hart van mensen bevond?

6 Is het eenvoudig een toestand die zich in het hart van gelovige mensen bevindt? Met andere woorden, als voldoende mensen tot het christendom worden bekeerd, zal Gods koninkrijk er dan zijn? Sommigen hebben zo geredeneerd en wijzen daarbij op Lukas 17:21 in de Statenvertaling van de bijbel, waar staat: „Het Koninkrijk Gods is binnen ulieden.” Maar als hun conclusie juist is, raakt het koninkrijk Gods steeds verder weg. Hoe dat zo? Omdat het aantal belijdende christenen in de wereld in verhouding tot anderen thans nog geen 25 procent bedraagt, en afneemt. Bovendien zijn er honderden miljoenen kerklidmaten die zelden in een kerk komen.

7, 8. Hoe helpt een onderzoek van de Schrift ons achter de ware betekenis van Lukas 17:21 te komen?

7 Sta ook hier eens bij stil: Tot wie sprak Jezus toen hij zei: „Het Koninkrijk Gods is binnen ulieden”? Tot de huichelachtige Farizeeën, op wie hij Gods woorden bij monde van de profeet Jesaja van toepassing bracht: „Hun hart houdt zich verre van Mij” (Matthéüs 15:1, 8, SV; Jesaja 29:13). Hoe zou het Koninkrijk ingang kunnen vinden in die harde harten? Wat is dan de betekenis van Jezus’ woorden? De sleutel vinden wij door andere bijbelvertalingen te raadplegen. In de Petrus-Canisiusvertaling staat: „Het koninkrijk Gods is midden onder u.” En zo geven nog vele andere vertalingen, zoals de vertaling van Prof. Brouwer en de Willibrordvertaling, het vers weer.

8 Jezus sprak hier dus over zichzelf als de toekomstige Koning die zich onder hen bevond. Hij bevond zich in feite daar in hun midden, als een werkelijk bestaande persoon. En dit dient ons er ook van te doordringen dat het Koninkrijk een echt koninkrijk is, een werkelijke regering, evenzeer als de Koning ervan een werkelijke persoon is.

DE WERKELIJKHEID THANS

9, 10. Wat is een werkelijk koninkrijk, en hoe kan het zijn onderdanen tot voordeel strekken?

9 Er zijn thans nog maar weinig koninkrijken op aarde. Het zijn werkelijke regeringen, zoals Nederland, Jordanië en Nepal, om er slechts enkele te noemen. Daarin heeft men een koning (of een koningin), samen met mederegeerders die deel uitmaken van een parlement, rijksdag of een ander bestuurslichaam. Onder deze betrekkelijk kleine regerende groep verricht de grote massa van het volk — de onderdanen — haar dagelijkse bezigheden.

10 Daar waar de koning en zijn mederegeerders zich oprecht om het welzijn van het volk bekommeren, kan een koninkrijk veel voordelen afwerpen. Zo was het in het koninkrijk van Salomo, toen het volk „zo talrijk [was] als de zandkorrels die aan de zee zijn, terwijl zij aten en dronken en zich verheugden”. — 1 Koningen 4:20; 10:1-9. *

11. In welke opzichten komt het koninkrijk Gods overeen met koninkrijken op aarde?

11 Maakt het feit dat het koninkrijk Gods vanuit de hemel regeert, het misschien minder reëel? Beslist niet! In de eerste plaats heeft het een koning die springlevend en actief is. Hij is door God zelf aangesteld, de Heer Jezus Christus, over wie de bijbel zegt: „Op hem zullen de natiën hun hoop vestigen” (Romeinen 15:12). Net als regeringen op aarde heeft het hemelse koninkrijk een uit meerdere personen samengesteld regeringslichaam. De bijbel toont aan dat dit regeringslichaam uit een vastgesteld aantal medekoningen bestaat, die als mannen en vrouwen hier op aarde hun rechtschapenheid jegens God hebben bewezen. Tot hen zegt Jezus: „Vreest niet, kleine kudde, want uw Vader heeft het goedgekeurd u het koninkrijk te geven” (Lukas 12:32; Openbaring 5:9, 10; 20:4). Het koninkrijk bezit hemelse autoriteit. Vanuit haar gunstige positie in de hemel kan de Koninkrijksregering — met middelen die veel krachtiger zijn dan de radio of laserstralen — haar bevelen uitzenden naar elke plaats op aarde.

12, 13. Wat voor (a) wetten, (b) onderwijsregeling en (c) gezondheidsprogramma kent Gods koninkrijk?

12 Zijn er ook wetten? Ja, Gods koninkrijk functioneert via wetten — de allerbeste wetten die er zijn, door God opgesteld ten behoeve van het volk. U kunt erover lezen in de bijbel (Deuteronomium 6:4-9; Markus 12:28-31). Heeft het Koninkrijk een onderwijsstelsel? Zeer zeker! Op dit ogenblik is het onderwijsprogramma erop gericht oprechte mensen uit alle natiën en volken en talen te helpen en hen voor te bereiden op eeuwig leven onder het rechtvaardige bestuur van het Koninkrijk. In welk land op aarde u ook woont, u kunt persoonlijk voordeel trekken van dit onderwijsprogramma. — Matthéüs 24:14; Openbaring 7:9, 10; Jesaja 54:13.

13 Heeft het Koninkrijk een gezondheidsprogramma? Het heeft het meest praktische van alle gezondheidsprogramma’s — gebaseerd op het loskoopoffer van de Heer Jezus Christus. Dit programma zal mensen bevrijden van hun kwalen en lichamelijke zwakheden, opdat zij eeuwig leven in volkomen gezondheid mogen verkrijgen (Jesaja 25:8; Johannes 10:10). Toen Jezus op aarde was, verrichtte hij vele wonderen, daarmee illustrerend dat hij de autoriteit en de macht zou bezitten om de zieken te genezen, de blinden het gezicht terug te geven, de kreupelen gezond te maken en zelfs doden weer tot leven te brengen (Lukas 7:20-23). Hoewel dit Koninkrijksprogramma nog in de toekomst ligt, leren degenen die er thans kennis over verkrijgen ook hoe zij een rein, moreel leven moeten leiden, en worden zij nu reeds hersteld tot een stralende geestelijke gezondheid. — Jesaja 65:14; Romeinen 10:11.

14. Wat maakte deel uit van Jezus’ onderwijs toen hij op aarde was?

14 Toen Jezus als mens op aarde was, onderwees hij vele dingen omtrent het koninkrijk Gods en verschafte hij in feite een toekomstbeeld van het leven onder de heerschappij van dit koninkrijk (Lukas 4:43; Matthéüs 12:22-28). Hij onderwees zijn discipelen over God, opdat zij dicht tot God konden komen in de verhouding van zonen tot een liefdevolle vader. Hij gaf hun gezonde leiding om het hoofd te kunnen bieden aan de situaties waar wij in het leven tegenover komen te staan. — Johannes 1:18; 14:6.

DE BRON VAN WAAR GELUK

15. Waarom hadden de mensen in Jezus’ tijd even hard troost nodig als wij thans?

15 Het gebed „Uw koninkrijk kome” maakt deel uit van de Bergrede, die door Jezus werd gehouden op een berghelling met uitzicht op de zee van Galiléa. Zijn toehoorders waren zijn uitverkoren discipelen te zamen met een grote menigte andere mensen, die door zelfzuchtige mannen „gestroopt en heen en weer gedreven” waren (Matthéüs 9:36). Wat Jezus zei, schonk zijn toehoorders troost, en zijn woorden kunnen ook voor ons vertroostend zijn.

16. Wie zijn het die waar geluk vinden, en hoe?

16 Jezus begon zijn toespraak door te wijzen op de bron van waar geluk. Was dit geluk te vinden in materiële rijkdom, in ontspanning, in het zoeken van sensatie en opwinding? Neen, want Jezus legde de nadruk op geestelijke zaken. Hij toonde aan dat mensen die „zich bewust zijn van hun geestelijke nood” en die „hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid”, blijvend geluk zouden vinden in verband met Gods koninkrijk (Matthéüs 5:3, 6; Lukas 8:1, 4-15). Kweekt u zo’n geestelijke belangstelling aan?

17, 18. (a) Wat moeten wij doen om Gods goedkeuring te ontvangen? (b) Hoe spreekt Jezus’ verzekering in Matthéüs 6:26-33 u aan?

17 In het verloop van zijn toespraak maakte Jezus duidelijk dat wij, om Gods goedkeuring te ontvangen, moeten leren navolgers van onze hemelse Vader te zijn. Wij dienen zijn eigenschappen te weerspiegelen en ons overeenkomstig zijn maatstaven te gedragen (Matthéüs 5:43-48; Efeziërs 5:1, 2). Willen wij hem behagen, dan kan onze aanbidding niet slechts een vormendienst zijn die wij één- of tweemaal per week verrichten. Het moet een levende, actieve aanbidding zijn, die zich weerspiegelt in ons dagelijks leven en in onze liefdevolle bezorgdheid jegens medemensen.

18 Maar als wij in ons leven de eerste plaats toekennen aan geestelijke waarden, zal dit in de huidige hebzuchtige, egoïstische maatschappij dan niet tot gevolg hebben dat wij gebrek lijden? Beslist niet! Als wij ’eerst Gods koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken’, zullen ons alle andere noodzakelijke levensbehoeften worden toegevoegd. Jezus verklaart dit heel mooi in Matthéüs 6:26-33, een bijbelgedeelte dat u beslist moet lezen.

19, 20. (a) Waarom is het belangrijk te weten hoe God onze aanbidding beziet? (b) Hoe kunnen wij geholpen worden Gods koninkrijk een belangrijke plaats in ons leven toe te kennen? (c) Waarom zal het nuttig zijn „het Onze Vader” door te nemen?

19 Hoe moeten wij echter ’eerst het koninkrijk zoeken’? Wil het zeggen dat wij als wij ’naar de kerk van onze keuze gaan’, er zeker van kunnen zijn Gods zegen te ontvangen? Of moeten wij onderzoeken welke vorm van aanbidding God voor ons uitkiest? Merk op wat Jezus hierover zei: „Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.” Hij maakte duidelijk dat sommigen die beweerden ’in zijn naam geprofeteerd te hebben en in zijn naam krachtige werken te hebben verricht’, in feite van Gods standpunt uit bezien „werkers der wetteloosheid” zouden zijn (Matthéüs 7:21-23; zie ook 7:13, 14). Hoe kunnen wij zeker weten hoe God onze aanbidding beziet? Alleen door vertrouwd te raken met wat er in zijn Woord, de bijbel, staat.

20 Een onderzoek van de bijbel zal ons helpen aan Gods koninkrijk de belangrijkste plaats toe te kennen die het in ons leven toekomt, en op een manier die past bij onze persoonlijke omstandigheden. Het zal een hulp voor ons zijn om het leven anders te gaan bezien en te begrijpen wat het belangrijkste is. Laten wij daarom nu het gedeelte van Jezus’ Bergrede doornemen dat als „het Onze Vader” bekendstaat (Matthéüs 6:9-13). Het doornemen van dit Modelgebed zal ons helpen een juist beeld te krijgen van wat God van ons verlangt willen wij waar geluk vinden. En het zal ons tonen dat het opwindende thema van de bijbel de heiliging van Gods naam is door middel van zijn koninkrijk in handen van Jezus Christus.

[Voetnoten]

^ ¶10 Tenzij anders aangegeven, zijn alle geheel of gedeeltelijk geciteerde schriftplaatsen in dit boek aangehaald uit de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift, door hetzelfde Genootschap uitgegeven als dit boek.

[Studievragen]

[Kader op blz. 7]

HEEFT DE MENSHEID GODS KONINKRIJK NODIG?

Indien een kernwapen van één megaton boven de stad New York tot ontploffing werd gebracht, zouden hierdoor waarschijnlijk onmiddellijk 2,25 miljoen mensen worden gedood en nog eens 3,6 miljoen ernstig worden gewond, . . . tot die eensgezinde opinie kwam gisteren een groep geneesheren en kernfysici. . . . Zij zijn van mening dat de wereld vóór het einde van de eeuw zo’n oorlog zal meemaken en dat hierdoor het voortbestaan van de mensheid onmogelijk gemaakt zou worden. — „New York Times”, 27 september 1980

[Kader op blz. 11]

DE REALITEIT VAN GODS KONINKRIJK

KONING: Jezus, met autoriteit om 1000 jaar te regeren.

HEMELSE MEDEREGEERDERS: Door God uit getrouwe mensen gekozen.

GRONDGEBIED: Onze aarde, die tot een wereldomvattend paradijs hersteld zal worden.

LOYALE ONDERDANEN: Miljarden, met inbegrip van de doden die zijn opgewekt.

WETTEN: Gebaseerd op Gods rechtvaardigheid, de koninklijke wet der liefde.

ONDERWIJSPROGRAMMA: Helpt mensen van alle rassen zich nu reeds in een gelukkig leven te verheugen en bereidt hen voor op eeuwig leven in het aardse paradijs.

[Paginagrote illustratie op blz. 4]