Hosea 3:1-5
3 Toen zei Jehovah tegen me: ‘Ga opnieuw, heb de vrouw lief die door een andere man wordt bemind en die overspel pleegt,+ net zoals Jehovah de Israëlieten liefheeft+ terwijl ze zich tot andere goden+ keren en houden van rozijnenkoeken.’*
2 Dus kocht ik haar voor 15 zilverstukken en anderhalve homer* gerst.
3 Daarna zei ik tegen haar: ‘Je zult veel dagen van mij zijn. Je mag je niet prostitueren* en je mag geen gemeenschap hebben met een andere man. Ik zal ook zo met jou omgaan.’*
4 Want de Israëlieten zullen lange tijd* geen koning,+ leider, slachtoffer, zuil, efod*+ en huisgoden*+ hebben.
5 Daarna zullen de Israëlieten terugkomen en Jehovah, hun God,+ en David, hun koning,+ zoeken. En aan het einde van de dagen zullen ze bevend naar Jehovah en naar zijn goedheid komen.+
Voetnoten
^ D.w.z. die werden gebruikt bij valse aanbidding.
^ Of ‘geen immoraliteit (promiscuïteit) bedrijven’.
^ Of ‘ik zal geen gemeenschap met jou hebben’.
^ Lett.: ‘veel dagen’.
^ Zie Woordenlijst.
^ Of ‘afgodsbeelden’. Lett.: ‘terafim’.